Ga naar de inhoud

Les 8.5 Twee wegen

Heer, wijs mij zelf de weg
waar ik veilig kan gaan

Maak mij bereid die route te kiezen,
want U houdt van mij
en ik van U

BIJBELSTUDIE Genesis 13: 10-13 en 2 Timoteüs 3:14-17.

Als kind van God leef je op de grens tussen twee werelden, tussen licht en duisternis. Aan de ene kant ben je vreemdeling aan de andere kant wereldburger, vaak moet je kiezen. Daar gaat de bijbelstudie over. Lees eerst over de keuze van Lot. Abram en hij moesten kiezen wie in welk deel van het land ging wonen.

10Lot​ keek goed om zich heen. Hij kon over het dal van de rivier de ​Jordaan​ kijken, helemaal tot de stad Soar. In dat gebied lagen ook Sodom en Gomorra. Die steden waren toen nog niet verwoest door de Heer. ​Lot​ zag hoe mooi het land daar was. Het was net zo mooi als de tuin van ​Eden​ en als ​Egypte. En er was overal genoeg water. 11-12Daarom koos Lot het dal van de Jordaan.
Abram en Lot gingen uit elkaar. Abram bleef in Kanaän wonen, en Lot ging naar het oosten. Hij ging in het dal van de Jordaan wonen, in de buurt van Sodom. 13In Sodom waren de mensen slecht. Ze deden dingen die de Heer niet goed vond.

– Waarom kiest Lot ervoor om in het gebied rond Sodom te wonen?
– Vind je het een goede keuze? Waarom wel/niet? Bedenk argumenten voor en tegen de keuze die hij maakt.
– Gedraagt Lot zich als vreemdeling? Waarom zou dat wel of niet beter zijn?
– Zou Lot in Sodom kunnen stralen als een ster? Leg je antwoord uit.

Eeuwen later schrijft Paulus aan zijn leerling Timotheüs. Hij zegt:

12Alle mensen die bij ​Jezus​ ​Christus​ horen en daarom willen leven zoals God het wil, zullen vervolgd worden. 13En alle slechte mensen en bedriegers zullen nog slechter worden. Ze bedriegen andere mensen, en ze worden ook zelf bedrogen.
14Timoteüs, blijf trouw aan wat je geleerd hebt, en aan het geloof waarvan je overtuigd bent. Je weet dat je goede leraren gehad hebt. 15En de ​heilige​ boeken ken je al sinds je kindertijd. In die boeken kun je wijsheid vinden. Ze leren je dat mensen gered kunnen worden door het geloof in ​Jezus​ ​Christus.

– Wat zegt Paulus over de wereld waarin Timotheüs leeft?
– Herken je die beschrijving over het leven hier op aarde? Leg uit.
– Welk advies krijgt Timotheüs?
– Hoe zou je dat advies in eigen woorden weergeven?
– Vind je het nog steeds een goed advies? Leg je antwoord uit.

Bij de les

Gebruik het werkblad ‘Invloeden in je leven’ om te praten over de keuzes die je maakt. Met het werkblad ontdek je hoe jouw leven beïnvloed wordt en ook waar jij zou willen dat het anders was. Gebruik je de bijbel bij je keuzes? En: Hoe kan God je helpen bij het maken van keuzes?

Bij de lesplaat

Waarom heeft de tekenaar de twee wegen zo verschillend getekend? Hoe zie je de verschillen in praktijk? Bedenk drie situaties waarin het poppetje kan kiezen en vertel hoe het afloopt als hij kiest voor links of rechts. Bedenk ook een keuzemoment voor jezelf uit je eigen leven. Wat ga jij kiezen en welke uitkomst hoort er bij jouw keuze? Wat maakt dat je kiest voor de linker of rechterkant? Heeft het kruis nog te maken met je keuze? Leg uit.

Bij de les en bij de bijbel

Bespreek samen welke keuze Kaïn moest maken. Lees vervolgens Jakobus 1: 14, 15. Heb jij ook slechte verlangens? Klopt het dat die verlangens zulke verstrekkende gevolgen hebben? Leg uit. Wat kun je daartegen doen?

Bij de verdieping-tekst

Lees de tekst op pagina 92. Leg uit waarom neutraliteit niet bestaat. Waar sta jij?

Bij de dichtbij-tekst

Lees het verhaal op pagina 93. Het is een verhaal met twee eindes. Welk einde spreekt jou aan en/of past bij je? Waarom? Welke keuzes maken Mendy, Ferdi en Ricky? Wat zou je tegen hen willen zeggen?

Stellingen

  • Je moet altijd kiezen, voor of tegen God
  • Veel dingen in het leven zijn neutraal, dan kun je zelf kiezen wat je doet
  • Er valt niet zo veel te kiezen, de dingen gebeuren gewoon
  • Er is weinig verschil tussen gelovige en ongelovige mensen
  • Jongeren mogen eerst het leven uitproberen, straks kunnen ze nog kiezen
  • Omdat Jezus voor de zonde betaald, is het minder belangrijk wat je wel/niet doet
  • Als het fout met je afloopt is het je eigen schuld
  • Als het goed met je afloopt heb je de goede keuze gemaakt
  • Alleen door genade kan het goed aflopen
  • Als God de goede weg niet wijst, verdwaal ik

Gebed

Bedenk een gebed waarin je God om hulp vraagt om goede keuzes te maken. Vraag ook of God wil geven dat veel mensen op tijd ontdekken dat er alleen leven is bij God. Bid daarom ook voor zendelingen en evangelisten. Dank dat Jezus in de wereld kwam om het goed te maken.

Afsluiting blok

Kijk terug naar het hele blok dat je behandeld hebt.
Hieronder lees je zinnen die te maken hebben met de lessen van dit blok. Welke zin spreekt je het meest aan? Waarom?
– een kind van God straalt als een ster in de wereld
– de ‘wereld’ is in de macht van de duivel
– er is een kloof tussen de wereld en God (de antithese)
– een gelovige is op aarde een vreemdeling, dat geeft vervreemding
– een gelovige is een kind van God, dat geeft zekerheid
– de aarde is vol slechte mensen
– de doop is een stempel waarmee God mij apart zet
– het licht van God overwint
– God vraagt mij te kiezen en wijst mij de weg

Afsluiting jaar

Bespreek met elkaar het afgelopen jaar. Ga je nog iets gezelligs doen samen? Verdeel de taken.
Blader je boek door en kijk terug wat je allemaal leerde. Welke doelen had je voor dit jaar? Heb je ze gehaald? Wat heb jij voor de anderen kunnen betekenen en omgekeerd?
Dank God voor alles wat Hij wilde geven. Bedenk een paar tips om in de zomermaanden vol te houden met bijbellezen, bidden en contact houden. Vraag of God jullie bewaren wil en weer bij elkaar brengt na de vakantie. Bedank elkaar ook voor alles!

Over het lesonderwerp

In deze les praat je over keuzes. Je leeft niet zomaar, maar bent verantwoordelijk. Wat je doet, heeft gevolgen voor je toekomst. Maak dat concreet voor nu. Bedenk wel dat keuzes voortkomen uit liefde voor God, dat is wat anders dan dingen ‘moeten’ of ‘niet mogen’. 

Bij de bijbelstudie

Met de bijbelstudie bespreek je bij concrete verhalen dat mensen ook in die tijd keuzes moesten maken. Vergelijk dat met keuzes die jongeren nu moeten maken.

Lesdoel

– weten dat je kiezen moet tussen leven met God of je eigen gang gaan
– aan de hand van Gen. 13:10-13 kunnen uitleggen dat de mooiste keuze niet altijd de goede is
– weten hoe je beïnvloed wordt door anderen om je heen en dat je dat kan helpen of juist tegenwerkt om goede keuzes te maken
– weten dat God je helpt met kiezen en je een mooie toekomst wil geven
– kunnen uitleggen hoe de bijbel en andere gelovigen je kunnen helpen

De bespreking

Een goede keuze is een geschenk, God wil je helpen. Goed kiezen is niet moeten, maar doe je omdat je van God houdt. Hij houdt immers ook van jou! Laat zien dat een goede keuze ook een gouden toekomst geeft. Veroordeel niet als mensen (nog) ‘fout’ kiezen, maar help en steun. Geef elkaar tips.

Bijbel

Gebruik deze teksten: Gen 13:10-13; Ps 19; Ps. 119 : 105; Mat. 7:13-14; Ef. 5 : 17; Fil. 4 : 8,9; Kol. 1 : 9; 2 Tim. 3:14-17;1 Petr. 4 : 2,3.