Les 5.4 Veroordeeld en gekruisigd
Liefde
Weten dat je niets gedaan hebt
– je bent onschuldig –
en dan toch aangepakt worden
en dan toch veroordeeld worden
en dan toch weggedaan worden
door mensen en door God
– om wat anderen misdaan hebben –
Als je dat voor anderen overhebt
als je dat wilt ondergaan
als je dat vrijwillig doet
Dan …
BIJBELSTUDIE Jesaja 53: 1-10
Je leest wat de profeet Jesaja verteld over het lijden van Jezus.
531Niemand van ons volk geloofde wat er verteld werd. Niemand van ons heeft gezien wat de machtige Heer gedaan heeft.
2Gods dienaar werd in het begin door niemand gezien, net als een plantje dat maar niet wil groeien. Hij viel niet op, hij was niet mooi. Niemand keek naar hem, hij werd door niemand bewonderd. 3De mensen liepen hem voorbij, ze deden alsof hij niet bestond. Hij wist wat pijn was, hij wist wat ziekte was. Hij liet zich liever niet aan de mensen zien.
4Gods dienaar heeft pijn gehad, hij heeft voor ons geleden. Hij heeft onze ziektes en onze pijn gedragen.
Wij dachten dat God zijn dienaar liet lijden om hem te straffen. 5-6Maar God heeft hem gestraft voor ons. Gods dienaar is mishandeld voor onze fouten, hij is gedood voor onze zonden. Want wij luisterden niet meer naar God, we leken wel verdwaalde schapen. En Gods dienaar moest onze schuld dragen. Omdat hij gestraft werd, hebben wij nu vrede. Omdat hij geslagen is, zijn wij genezen.
7Gods dienaar werd mishandeld, maar hij verzette zich niet. Hij zweeg, hij deed zijn mond niet open. Hij was zo stil als een lam dat geschoren wordt. Hij was zo stil als een schaap dat geslacht gaat worden.
8Gods dienaar werd gevangengenomen. De mensen zeiden dat hij schuldig was. Hij werd weggebracht om gedood te worden. Niemand heeft geprotesteerd. Gods dienaar werd geslagen voor de zonden van het volk. Hij werd gedood, hij mocht niet langer leven.
9Gods dienaar heeft nooit geweld gebruikt, hij heeft nooit iemand bedrogen. En toch werd hij begraven tussen de misdadigers, zijn graf lag tussen de graven van slechte mensen. 10Want de Heer wilde dat zijn dienaar zou lijden. Zijn dienaar moest gedood worden. Hij moest zijn leven geven om de schuld van de mensen te dragen.
- Lees vers 1, 2: Over welke dienaar van God gaat het hier?
- Welk voorbeeld wordt gebruikt en wat wil de profeet daarmee zeggen?
- In vers 3 en 4 staat dat Gods dienaar pijn heeft. Wat dachten de mensen eerst waarom hij zoveel moest lijden?
- Wat bleek de echte reden van het lijden te zijn? (vers 5 en 6)
- Twee keer wordt het voorbeeld van schapen gebruikt. Voor wie? Wat wordt ermee bedoeld?
- ‘De mensen zeiden dat hij schuldig was’- klopt dat?
- Hoe kijk je aan tegen de regel ‘Niemand heeft geprotesteerd’? Is dat erg?
- Je zou kunnen zeggen dat de profeet Jesaja in vers 10 drie keer een ‘mokerslag’ opschrijft. Leg uit.
- Geef je mening over dit bijbelgedeelte.
Marcus 15: 1 – 7 BGT
Waar wordt Jezus van beschuldigd? Is dat waar?
Marcus 15: 8 – 15 BGT
De ruil: een koning in plaats van een moordenaar; een onschuldige in plaats van een crimineel. Jezus in plaats van jou. Ben jij dan een moordenaar? En crimineel? Hoe zit het?
Marcus 15: 16 – 28 BGT
Maak vanaf vers 15 een lijstje, wat er allemaal met Jezus gedaan wordt.
Marcus 15: 21 – 28 BGT
Mirre met wijn, dat is een verdovend middel. Waarom zou Jezus dat niet willen gebruiken?
Marcus 15: 29 – 32 BGT
Stel je voor dat Jezus had gedaan wat de mensen al spottend van Hem vroegen: ‘Red jezelf, kom van het kruis af.’ Hoe zou het dan nu met jou zijn?
Verkenning – wat jij weet. wat ik weet – bij het formulier
Voorbereiding: Print een gedeelte van het avondmaalsformulier 1.
Doen: Markeer in de tekst alle dingen die Jezus heeft ondergaan. Ieder wijst om beurten een onderdeel aan en vertelt wat hij/zij daarvan weet.
Daarna markeer je met een andere kleur en/of schrijf je erbij wat jij nu niet meer hoeft te doen of ondergaan.
Lesplaat
Bekijk de plaat. Wat zie je en wat bedoelt de tekenaar daarmee? Leg uit waarom deze plaat bij de les past.
Bij de bijbel
Lees Deut. 21 : 23 en Gal. 3 : 13 en bespreek waarom Jezus aan het kruis moest sterven.
In de stilte
Luister naar het lied ‘Via dolorosa’ van Sela. Bid daarna.
Praktijk van geloven
Er zijn legenden bekend over zondaars die tobben met een zwaar pak op hun rug. Wankelend trekken ze verder. Uiteindelijk bezwijken zij aan de voet van een kruis. Daar glijdt het pak vanzelf van hun rug en verdwijnt. Ze krijgen nieuwe kracht en bereiken zingend hun doel.
– Wat zou er in dat pak gezeten hebben?
– Schrijf op een briefje wat er in jouw pak zit? Hoe leg jij het aan de voet van het kruis?
Laat ieder persoonlijke zonden op een briefje schrijven. Bidt samen om vergeving van de zonden. Verscheur of verbrand daarna de briefjes. Dank Jezus dat hij de straf droeg.
Bij de bijbel
Rechter Pontius Pilatus spreekt officieel uit dat Jezus onschuldig is, Joh. 18:38-19:16. Waar lees je dat in dit deel en hoe vaak? Joh. 18:38; 19:4; 19:6. Leg uit waarom het zo belangrijk is dat een rechter dit oordeel geeft.
Reageren op het kruis
Kijk hoe de mensen die aan het kruis stonden reageerden en bedenk wat jij zou zeggen/doen. Print het werkblad ‘reacties op het kruis’.
Creatief
Soms geven mensen elkaar het zgn. pocketkruisje, een kaartje met een klein kruis en een gedicht over de betekenis daarvan. Bedenk zelf een nieuwe tekst bij zo’n kruisje.
Muziek – voor jou
Luister naar passiemuziek. (The passion, Adrian Snell; Het Lam dat ons doet leven, Dirk Zwart; Matteuspassion, J.S. Bach, enz). Wat spreekt je aan? Waarom? Wat vind je van de stijl, de inhoud? Is het bijbelgetrouw, eerbiedig?
Belijden
Stel je voor dat deze nieuwe catechismusvraag geschreven werd: Wat voor nut heeft het lijden en sterven van Jezus voor jou? Welk antwoord zou je daar bij schrijven?
Creatief en bij de les
Lees uit de les wat er staat onder het kopje ‘Waarom?’ Bedenk hoe je het woord ‘plaatsvervangend’ uit kunt leggen aan anderen. Wat je mag gebruiken: een vel wit papier, een doorzichtige sheet en viltstiften. Hoe ga je het uitwerken?
Let op: In les 5.4 bespreek je het lijden van Jezus en zijn veroordeling tot aan het kruis. Het gaat (ook) over lijden, vernedering, schuld en schuldloosheid. En over (on)recht. In les 5.5 gaat het over het sterven van Jezus, de begrafenis en het neerdalen in de hel. Zorg dat je de lesstof goed verdeeld en niet bij les 5.4 al de onderdelen van les 5.5 doet.
Over het lesonderwerp
Onschuldig en toch gestraft, dat is het thema. Laat het dichtbij komen: het is mijn straf die gedragen wordt. Jezus de vloek. En ik? Zegen.
Lesdoel
- De term ‘plaatsvervanging’ kunnen uitleggen.
- Kunnen vertellen over het lijden van Jezus aan de hand van Jes. 53:3-7.
- Kunnen uitleggen waarom het belangrijk is dat Pilatus als oordeel uitsprak dat Jezus onschuldig is.
- Kunnen uitleggen waarom het belangrijk is dat Jezus aan het kruis stierf.
- Vertellen wat het voor je betekent, als je gelooft dat Jezus gekruisigd is.
De bespreking
De verkenningsopdracht is een goede binnenkomer om de daadwerkelijke geschiedenis te herhalen en direct de link te leggen naar de betekenis voor jezelf.
Belijdenis
Lees over het lesonderwerp in artikel 21 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en in zondag 15 van de catechismus.