Ga naar de inhoud

Les 23.3 Jouw profiel

Profiel

Hoe mag een ander jou kennen?
Wat is kenmerkend voor jou en hoe wil je zijn?

De antwoorden op die vragen hebben te maken
met wie je zult zijn.

BIJBELSTUDIE Ef. 4:17-24

Je leest wat Paulus schrijft over christelijk leven en gaat met het vervolg van de brief uitzoeken hoe dat leven eruit ziet.

  • Maak een kopie van het bijbelgedeelte. Je leest over leven als gelovige en als ongelovige. Markeer met twee kleuren wat daarbij hoort.
  • Welke woorden geven aan waarin het verschil tussen deze twee manieren van leven zit?
  • Draait geloven om christelijk leven of om het volgen van een Persoon? Waarom is het antwoord op die vraag zo belangrijk?
  • Benieuwd hoe het leven als gelovige er uit gaat zien? Noteer uit het vervolg van de brief wat er wel en niet bij hoort. Doe het zo: Verdeel de rest van hoofdstuk 4, hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6 onder elkaar en ga in tweetallen opschrijven wat wel en niet christelijk leven is. Vertel elkaar wat je hebt opgeschreven.
  • Vergelijk wat je in het bijbelgedeelte las met je eigen leven. Valt het mee of tegen? Waarvoor wil je danken, wat wil je opbiechten of veranderen en hoe wil je dat gaan doen?

Dag 1:  Psalm 112  BGT

Je mag als christen een ‘mooi mens’ zijn, een zegen voor iedereen om je heen. Psalm 112 gaat over zo’n mooi mens. Waarom zou dit lied met ‘halleluja’ beginnen?

Dag 2:  Psalm 1  BGT

Hoeveel mensen om je heen dienen God? Misschien sta je als christen wel alleen. Deze psalm kan jou dan moed geven.

Dag 3:  Spreuken 4: 1-9  BGT

Als je je laat leiden door Gods wijsheid, wordt je leven mooi. Gods wijsheid legt een sierlijke krans om je hoofd!

Dag 4:  Spreuken 4: 20-27  BGT

Pas elke dag op het belangrijkste wat je hebt! Hoe zou je eraan kunnen werken dat je hart zuiver blijft?

Dag 5:  1 Petrus 3: 13-17  BGT

Misschien moet je wel lijden, als je wilt lijken op Jezus, als je Hem navolgt. Maar beter nu een poosje lijden, dan straks eeuwig spijt hebben.

Bij de les

Onder het kopje ‘innerlijk’ staat de rede van Jezus op de berg beschreven. Vergelijk dit met Matteüs 5: 3-12. Doe datzelfde met de beschrijving onder het kopje ‘ontmaskerd of geholpen’ en Lucas 6: 24-26. Dit laatste gedeelte wordt weleens ‘de onzaligsprekingen’ genoemd. Kun je uitleggen waarom? Welk gedeelte spreekt je het meeste aan en waarom?

Zaligsprekingen in praktijk

Doe de opdracht met de kaartjes als beschreven in het werkblad 23.3 zaligsprekingen.

Lied

Luister naar het lied ‘Een Berg rede’ van Matthijn Buwalda en lees er de  songtekst bij.

In stilte

Lees Matteüs 5: 3- 12 en vergelijk dat met je eigen leven. Welk vers past echt bij jou? Welk vers helemaal niet? Denk daarover na, bedenk of je dingen wilt doen of nalaten en praat daarover met God. Vraag hulp, vergeving en de leiding van de heilige Geest.

Praktijk

Lees de laatste alinea van de les. Hoe ziet het leven van iemand eruit als Jezus het profiel van de zaligsprekingen waarmaakt in zijn leven? Met andere woorden: hoe leeft een ideaal christen? Vergelijk dat met je eigen leven. Vraag vergeving voor fouten, bedenk wat je moet doen om te verbeteren. Kijk ook waar je kunt zien dat God je helpt om te leven als nieuw mens en dank God daarvoor.

Lied

Bezoek de site www.schrijversvoorgerechtigheid.nl. Zoek uit wat deze mensen willen bereiken en kies een paar liedjes om te luisteren. Inspireren ze je? Tip: ben je muzikaal, overweeg dan de muziek te kopen en liedjes aan te leren.

Bij de verdieping

Wat is moeilijker, verstoppertje spelen als christen of ervoor uitkomen? Waarom? Hoe doe jij dat: aanpassen, vertellen, verstoppen,…? Hoe kun je elkaar helpen?

Stellingen

  • Ik moet nodig een christen-profiel voor mijzelf maken.
  • Mijn profiel is privé, daar hebben anderen niets mee te maken.
  • De Bergrede zou je elke week moeten lezen (waarom dan?).
  • Ik hoef niet geholpen te worden met geloven.
  • Ik durf niet naar mijzelf te kijken, want ik denk dat ik dan ontmaskerd word.
  • Ik zie dat Jezus de Bergrede waarmaakt in mijn leven.

Bij de lesplaat

Bespreek de plaat. Hoe wazig wordt jouw spiegelbeeld als je je leven naast de bergrede legt?

Elkaar iets zeggen

Een andere gelovige kan je in een gesprek iets zeggen. Hij kan je bijvoorbeeld waarschuwen (Hebr. 3:12), of je herinneren aan het werk van Jezus (Joh. 1:29),. Het kan ook zijn dat hij je oproept tot een heilig leven (Rom. 6:13) of je aanspoort tot volhouden (Hebr. 10:36). Maar als je eerlijk naar jezelf kijkt, kun je vaak zelf wel bedenken wat er tegen je gezegd zou moeten worden. Welke boodschap is voor jou belangrijk?
Bedenk ook wat jullie tegen elkaar zouden kunnen zeggen.
Waarom is het belangrijk ook op deze manier een broer en zus voor elkaar te zijn?

Over het lesonderwerp:

In deze les en in de laatste les van dit blok wordt aan de jongeren gevraagd naar hun eigen keuzes en levensinvulling. Dat kan ook een opstapje zijn om te praten over volgend jaar. Misschien belijdeniscatechisatie? Of niet? Waarom? Wat is er nodig dat je wel kunt kiezen?
Gebruik de opdrachten over de bergrede, het wordt wel de wet van het Nieuwe Testament genoemd. Misschien leuk om de tien geboden en de bergrede naast elkaar te leggen. Met beide kom je uit bij een leven uit liefde, vanuit innerlijke christelijke waarden. Dat leven houdt God je voor, zo leert Hij je een gelukkig leven.

Lesdoel

  • De zaligsprekingen kunnen uitleggen.
  • De tegenstelling uit de bijbelstudie kunnen uitleggen en toepassen.
  • Kunnen uitleggen dat de zaligsprekingen gaan over innerlijke eigenschappen, die haaks staan op wat in deze wereld belangrijk is.
  • Jezelf kunnen spiegelen aan het beeld van de zaligsprekingen.

De bespreking

  • De opdrachten geven verschillende suggesties over werken met de bergrede, kies wat bij je groep past. Gebruik ook de aangegeven liederen.
  • De les gaat over je eigen profiel en niet over wat anderen van jou vinden. Belangrijk om op te leggen bij de bespreking.

Eerdere handleiding
Voor een eerdere versie van de handleiding: klik op handleiding 23.3 klassiek