Ga naar de inhoud

Les 23.2 Geloofshelden

Geloofsheld

Niemand wordt geloofsheld omdat hij daar zo hard voor werkt.
Je wordt het als je het niet meer van jezelf verwacht.
Als je weet dat je met lege handen staat.
Als de heilige Geest je leven vernieuwt en jij je graag aan zijn leiding overgeeft.

Dan groeien je liefde voor God en je vertrouwen op Hem.
Dan weet je steeds zekerder dat God alles voor je is.
Dan wordt je een held.

BIJBELSTUDIE 1 Kor. 10:1-13

Je leest over het voorbeeld van het volk Israël en bespreekt wat je daarvan leert.

  • Lees 1 Kor. 10: 1-13. Beschrijf de situatie van het volk Israël in de woestijn. Hoe waren ze daar terecht gekomen? Waar leefden ze van? Hoe konden ze Gods aanwezigheid zien?
  • Hoe liep het af met het volk in de woestijn?
  • In vers 6 staat dat een deel van het volk uit was op het kwade. Welke vier voorbeelden daarvan volgen in de verzen daarna? Welke gevolgen had dat gedrag?
  • De geschiedenis van Israël is een voorbeeld. Wat leer je ervan?
  • Welke bemoediging lees je in dit bijbelgedeelte?
  • Wat vind je het meest opvallende vers uit 1 Kor. 10:1-13? Waarom?

Dag 1:  1 Timoteüs 4: 6-12  BGT

Paulus spoort de jonge Timoteüs aan om een goed voorbeeld te zijn voor ‘zijn’ gemeente. In welke dingen zou Timoteüs dat voorbeeld kunnen geven?

Dag 2:  Psalm 51: 12-17  BGT

Ook zondaars kunnen een goed voorbeeld zijn! David was zwaar in zonde gevallen en kwam tot berouw. De wijze les die hij leerde wil hij graag doorgeven aan anderen.

Dag 3:  1 Korintiërs 10: 1-13  BGT

Paulus waarschuwt de Korintiërs voor het slechte voorbeeld dat het volk Israël soms gaf. Aan welke zonden maakte het volk zich schuldig? Waarom is de waarschuwing die Paulus geeft zo ernstig?

Dag 4:  Galaten 6: 1-5  BGT

Het is gemakkelijk om neer te kijken op iemand die ‘van zijn voetstuk’ is gevallen. Paulus wijst een andere weg. En trouwens, wie meent te staan…

Dag 5:  Filippenzen 3: 10-17  BGT

Let eens op het voorbeeld dat Paulus zelf gaf! Waar kom je uit, als je Paulus navolgt?

Bij de les

‘Het is een eer om ambassadeur van het geloof te zijn’ lees je in de laatste alinea van de les. Wat betekent die uitspraak? Vind jij het een eer? Hoe kun je een goede ambassadeur zijn?
Sluit deze bespreking af met een gebed, ambassadeur ben je namens Iemand. Hij wil je helpen!

Praktijk

Vraag je ouders of andere mensen in de kerk wie voor hen een belangrijk voorbeeldfiguur uit de Bijbel is. Vraag waarom dat zo is en wat de ander van hem of haar leert. De volgende keer dat je bij elkaar bent, verzamel je al die voorbeelden. Dank God voor alle voorbeelden die Hij je geeft, zowel in de Bijbel, als in de gemeente. Je leert nu immers ook van de verhalen van mensen uit de gemeente?

In stilte

Schrijf drie namen op van mensen uit de Bijbel en uit de gemeente die een voorbeeld voor jou zijn. Wat leer je van hen? Dank God voor de voorbeelden die Hij geeft. Bedenk vervolgens wat anderen van jou kunnen leren over geloven. Vraag God of Hij je helpen wil een goed voorbeeld voor anderen te zijn.

Bij de les

Aan het eind van de les lees je hoe je een voorbeeld kunt zijn voor anderen. Bespreek wat jullie van elkaar leren over geloven en maak dat concreet. Misschien zijn er ook dingen die je juist niet zou willen overnemen? Bespreek dat ook, zo leer je samen steeds meer leven voor God. Help en bemoedig elkaar.

Bij de ‘Dichtbij’-tekst

Jenneke vertelt over haar eigen ervaringen met een kindergebedje en hoe ze steeds meer leerde zelf te bidden. Hoe zit dat bij jullie? Hoe deed je dat toen je nog klein was? En hoe doe je het nu? Wees een voorbeeld voor elkaar en geef elkaar tips voor het bidden.

Lied

Luister naar ‘Licht aan’ van Michiel van Heusden van ‘Schrijvers voor gerechtigheid’. Lees ook de songtekst. Hoe past dit lied bij de les?

Over het lesonderwerp:

Het onderwerp heeft drie aspecten: voorbeelden uit de bijbel, de ambtsdrager en andere leidinggevenden als voorbeeld en zelf voorbeeld zijn. Zorg dat alle drie aspecten aan bod komen.

Lesdoel

  • Kunnen vertellen dat God zijn goede zorg laat zien door je geloofsvoorbeelden te geven.
  • Geloofsvoorbeelden uit de bijbel kunnen noemen en kunnen vertellen wat je van hen leert.
  • Met de bijbelstudie kunnen uitleggen wat je leert van het volk Israël als voorbeeld van geloven.
  • In je eigen leven kunnen aanwijzen wie geloofsvoorbeeld zijn.
  • De taak van ambtsdragers als voorbeeld kunnen uitleggen.
  • kunnen vertellen wat voor voorbeeld je zelf bent of zou willen zijn.

De bespreking

  • Zorg dat je voorbeelden uit de bijbel en uit de tegenwoordige tijd beide bespreekt. Dat laatste maakt geloven concreet in deze tijd.
  • Benoem dat je als christen ook altijd voorbeeld bent. Mensen die weten dat je gelooft kijken naar wat je wel/niet doet. Bespreek wat dat betekent voor jou.

Eerdere handleiding
Voor een eerdere versie van de handleiding: klik op handleiding 23.2 klassiek