Les 2.2 Vader heeft alles geschapen
Sommige mensen zien het zelfs met bril niet
hoe mooi
hoe indrukwekkend
hoe ingenieus
deze wereld is.
Als je dat niet ziet,
hoe kun je dan de Maker en Bedenker leren zien?
Dus doe je ogen open!
BIJBELSTUDIE Genesis 1: 1-8 en Hebreeën 11: 1-3
Je leest over de eerste twee dagen van deze aarde, toen God zijn schepping begon in Genesis 1.
1In het begin maakte God de hemel en de aarde.
2De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water.
3Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. 4God zag hoe mooi het licht was. Hij scheidde het licht en het donker. 5Het licht noemde hij ‘dag’ en het donker noemde hij ‘nacht’.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de eerste dag.
6God zei: ‘Er moet in het midden van het water een koepel komen om het water te verdelen.’ 7En zo gebeurde het. God maakte de koepel. Zo verdeelde hij het water in tweeën: water boven de koepel en water onder de koepel. 8Die koepel noemde God ‘hemel’.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de tweede dag.
- Hoe heeft God het licht gemaakt?
- Kun jij water uit elkaar halen en een eigen plek geven, zonder andere materialen?
- Hoe verdeelde God het water?
- Waren er grondstoffen voor de dingen die God maakte?
- Geef nu een definitie van ‘scheppen’.
In het nieuwe Testament wordt geschreven over de schepping in Hebreeën 11. Lees vers 1 – 3:
1Als we geloven, worden we gered. Dan wordt onze hoop werkelijkheid. En door ons geloof weten we zeker dat Gods hemelse wereld bestaat. Ook al kunnen we die nog niet zien.
2In de heilige boeken vertelt God over het grote geloof van onze voorouders.
3De hemel en de aarde zijn ontstaan door de woorden van God. Alles wat we zien, is dus ontstaan uit iets dat we niet kunnen zien. Dat begrijpen we omdat we geloven.
- De aarde kunnen we zien. Hoe is de aarde ontstaan volgens dit bijbelgedeelte?
- Leg de regel uit: ‘Alles wat we zien, is dus ontstaan uit iets dat we niet kunnen zien’.
- Ook in vers 1 wordt gepraat over iets wat je niet kunt zien. Waar gaat het over?
- Hoe weet je zeker dat dat toch echt bestaat?
- Leg deze uitspraak uit: Door de schepping weet ik wat God kan. Daarom geloof ik dat ook alle andere dingen die Hij zegt gaan gebeuren.
- Noem bij de regel in de vorige vraag voorbeelden van dingen die God beloofde en die nog gaan komen.
-
1: Genesis 1: 1-8 BGT
God van licht en lucht
Verdeeld over de week lees je het hele scheppingsverhaal. Zoek bij elke dag op internet een plaatje of maak een foto.
Of: Maak per dag een pakkende regel of een kort gedicht.
Maak van alles samen een PPP, een collage of wandversiering. Aan wie laat je het zien?
-
2: Genesis 1: 9-19 BGT
God van land en lichtdragers
-
3: Genesis 1: 20-25 BGT
God van vogels en vissen en vee
-
4: Genesis 2: 1-4 BGT
Tijd om te genieten!
Bij de lesplaat
De tekenaar heeft alle scheppingsdagen in de tekening gestopt, niet alleen met letters, maar ook met afbeelingen. Zie je ze alle 6?
Bij de les
Lees het eerste blokje van de les. Ontwerp zelf een sticker met de tekst ‘made by God’. Bedenk ieder 10 dingen waar je die sticker op zou willen plakken. Kies voor voorwerpen, dieren of mensen die voor jouw belangrijk of waardevol zijn. Schrijf die 10 dingen van jullie allemaal onder elkaar. Je hebt nu nog maar een fractie opgeschreven van alles waar je bij kunt bedenken ‘made by God’. Luister daarna naar het lied ‘Heer onze Heer, hoe machtig is uw naam’.
Praktijk
Je eerst de schepper als je goed voor de aarde zorgt. Bedenk daar minstens 15 voorbeelden van. Ga daarna aan de slag. Spreek af om een ochtend of avond afval op te ruimen dat rond het kerkgebouw zwerft.
Creatief
Maak een afbeelding van de scheppingsdagen met materiaal naar keuze.
Of: Praat er samen over wat God op welke dag geschapen heeft. Schrijf het op in je agenda, van maandag tot en met zaterdag. Bij zondag zet je: God loven en prijzen om zijn werk.
Of: maak foto’s van alle scheppingsdagen, verwerk het in een presentatie en laat die op zondag in de kerk zien met korte toelichting (bijvoorbeeld tijdens de collecte).
Stellingen
– Wie goed om zich heen kijkt in de schepping moet wel geloven dat God bestaat.
– Een christen kan geloven in de evolutietheorie.
-Je kunt niet geloven in de schepping en tegelijk je huisdier verwaarlozen.
– Een christen moet wel van de natuur houden.
– De evolutietheorie is net zo geloofwaardig als de schepping.
– Door om je heen te kijken in de natuur leer je God kennen.
– Natuurlijk heeft elke christen een mooi verzorgde bloementuin.
– Schepping en milieubeheer horen bij elkaar.
Jijzelf
Kijk in de spiegel naar je eigen gezicht. Bestudeer vooral je oog, de iris, de kleuren rond het zwart in het midden. Welk woord past bij wat je ziet? Verwondering – bewondering – wonder – vanzelfsprekend – mooi – ingenieus – …..
Maak een briefje voor op je spiegel dat je de komende week daarop hangt. Op het briefje schrijf je dat jijzelf een wonder bent van de Schepper. Of … wat zou jij erop willen zetten?
Bij de belijdenis
Lees vraag/antwoord 26 van zondag 9 van de catechismus. Welk stukje spreekt je het meest aan? Bedenk samen hoe je het in eigen woorden aan een leeftijdgenoot zou kunnen zeggen.
Praktijk en school
Bekijk je biologie-, geschiedenis- of aardrijkskundeboek. Gaat het uit van de evolutietheorie of van de schepping? Waar kun je dat aan zien? Bespreek hoe er op jouw school omgegaan wordt met schepping en evolutie. Vind je dat je tegelijk in de evolutie kunt geloven en God kunt eren om zijn macht? Leg je antwoord uit.
God eren in praktijk
Ere wie ere toekomt. Als God alles maakte, dan kunnen we daar best wel wat meer mee in praktijk. Schrijf een alternatief weerbericht waarin je laat uitkomen dat God het weer bestuurt. Of: geef een beschrijving van bloemen of dieren uit de natuur waarin je laat uitkomen dat zij schepselen van God zijn. Of: bedenk een flyer tegen dierenmishandeling waarin je ook noemt dat dieren door God geschapen zijn.
Doen
Bekijk een documentaire over de natuur of een fotoboek. Misschien is er in jullie gemeente iemand die als hobby natuurfotografie heeft? Nodig hem/haar uit om wat te laten zien en erover te vertellen.
Danken
Bedenk hoe je God wilt eren om zijn scheppingsmacht. Kies een lied om naar te luisteren of om samen te zingen.
Of: schrijf allemaal een regel op om God te eren om zijn werk, verdeel het onderling (dieren, planten, vogels in de lucht, eten op je bord enz.). Bid het gebed als kringgebed.
Over het lesonderwerp
De schepping zelf. Check of het voldoende bekend is. Daar direct aan vast: de kracht van de woorden van God, zijn almacht en wijsheid. Verwondering als je goed om je heen kijkt. Let op: de schepping van de mens komt aan de orde in les 2.3.
Bij de bijbelstudie
In de bijbelstudie kijk je niet alleen naar de schepping zelf en het ‘iets maken uit niets’. Je ontdekt samen ook dat de woorden van God kracht hebben. Als je gelooft dat alles ontstaan is uit het spreken van God, dan bewijst dat dat zijn woorden waar zijn en ook verder uit gaan komen. De schepping kan je geloof zo sterker maken.
Lesdoel
– Kunnen vertellen hoe God alles schiep.
– Met Gen. 1:1-8 kunnen vertellen over Gods scheppingsmacht: iets ontstaat uit niets door zijn woord.
– Kunnen uitleggen dat de schepping ons iets van God laat zien.
– Genieten van het mooie dat God maakt.
De bespreking
Haal de schepping en de macht van God dichtbij. Het gaat ook over de aarde waarop jij nu loopt. Alles wat je ziet, voelt, ruikt, is door Hem bedacht. De avond mag uitlopen op verwondering of lofprijzing. Of op iets praktisch: pak een creatieve opdracht of doe iets rond milieubeheer, schoonmaken van de straat, een natuurwandeling of iets dergelijks.
Bijbel
Lees over de schepping in Gen. 1, Job 38-41, Ps. 33, Ps. 104, Jes. 40:12-31, Hebr. 11:3
Belijdenis
In artikel 12 van de Nederlandse geloofsbelijdenis en in zondag 9 van de catechismus lees je over de schepping.