Ga naar de inhoud

Les 1.2 God maakt zich bekend

God maakt zich bekend:

  • kijk maar
  • ruik maar
  • tast maar
  • proef maar
  • en luister of lees

Wat doe jij om hem te leren kennen?

BIJBELSTUDIE: Psalm 19

Je leert hoe God zich bekend maakt en kijkt naar de reactie van David

Psalm 191Een ​lied​ van ​David. Voor de zangleider.

De hemel laat de macht van God zien

2De hemel vertelt aan alle mensen
hoe machtig God is.
De hoge hemel laat aan iedereen zien
wat God gemaakt heeft:
de zon, de maan en de sterren.
3De hemel vertelt het elke dag,
de hemel zegt het iedere nacht,
in een heel eigen taal.
4Het is geen gewone taal,
geen taal met woorden.
Het is een taal zonder geluid.
5Toch gaat het bericht de hele aarde over,
het gaat de hele wereld rond.
God gaf de zon een plaats aan de hemel.
6Elke ochtend komt de zon stralend tevoorschijn.
Dan begint hij de weg die hij elke dag gaat.
7Aan het ene eind van de hemel komt de zon op,
aan het andere eind gaat hij onder.
Zo geeft hij warmte aan de hele aarde.

De woorden van de Heer zijn goed

8De wet van de Heer is volmaakt,
zijn wet geeft mensen weer kracht.
De woorden van de Heer zijn betrouwbaar,
het zijn wijze lessen voor jonge mensen.
9De opdrachten van de Heer zijn goed,
ze geven mensen vreugde.
De regels van de Heer zijn duidelijk,
ze geven mensen nieuwe kracht.
10De woorden van de Heer zijn volmaakt,
en ze gelden voor altijd.
De wetten van de Heer zijn betrouwbaar,
ze zijn allemaal goed.
11Ze zijn meer waard dan het zuiverste goud,
ze zijn beter dan de zoetste honing.

Bij de Heer ben ik veilig

12Heer, ik laat mij door uw wetten leiden,
en u beloont me daarvoor.
13Vergeef​ me wat ik verkeerd doe,
ook de fouten die ik onbedoeld maak.
14Bescherm mij tegen slechte gedachten.
Laat die geen macht over mij krijgen.
Dan zal ik zijn zoals u het wilt,
dan doe ik geen verkeerde dingen.
15Heer, luister naar de woorden van dit ​lied.
Het is mijn geschenk aan u.
Bij u ben ik veilig,
u bent mijn redder.

Psalm 19 kan in drie stukken verdeeld worden: vs 1-7; 8-11; 12-15. Bekijk de tussenkopjes.

  • Lees het eerste deel. Hoeveel ‘dingen’ vertellen iets over God? Snap jij dat de zon kan ‘praten’ over God? Leg uit. Welke dingen kunnen nog meer iet over God ‘zeggen’?
  • In hoeveel regels wordt iets moois gezegd over Gods woord? Welke regel spreekt jou het meest aan en waarom? Vind jijzelf Gods woord ook ‘mooi’ en betrouwbaar?
  • Lees het derde deel van de psalm. Vertel in eigen woorden wat de reactie is van David op Gods macht in de natuur en op zijn woorden. Hoe voelt hij zich tegenover God?
  • Er is een tegenstelling tussen je veilig voelen bij God en weten dat Hij niet blij is met je verkeerde dingen. Waar zie je die tegenstelling in de psalm? Hoe lost David dat op?
  • Lees nog een keer het eerste en tweede deel van de psalm en schrijf nu je eigen derde deel op. Wat is jouw reactie?

1:  Psalm 19: 1-7  BGT

Kijk, luister en ruik… uit de schepping leer jij God kennen. Wat zag je vandaag van Gods schepping? En wat hoorde je?

2:  Psalm 78: 1-6  BGT

Luister naar opa en oma…, en kom onder de indruk van God. Vraag of je (groot)ouders vers 4 willen lezen en iets kunnen vertellen!

3:  2 Timotheüs 3: 14-17  BGT

Bijbel lezen maakt wijs. Wie heeft jou verteld over God? Schrijf hun namen op.

4:  Matteüs 11: 25-30  BGT

Luister naar de Zoon, en jij leert de Vader kennen. Als je bij onbekenden bent helpt het ander je soms wat op weg. Wie maakt je hier wegwijs? En wie leer je kennen?

5:  2 Petrus 1: 16-21  BGT

Wat is het verschil tussen de Bijbel en een spannend boek? Vul op de goede plek deze woorden in: God de Vader, Jezus, Petrus, de Bijbel, jou.
Jij leest……. Jij leest een brief van ……. Hij zag ………. op de berg. Hij hoorde …… Petrus vertelt dit aan …., het lijkt alsof je het zelf zag!

Lesplaat

Noem om beurten een woord of deel van de plaat op en leg uit wat het te maken heeft met de les. Je mag het niet op dezelfde manier uitleggen als je voorganger(s). Er zijn minstens 10 woorden/plaatdelen.

In de gemeente

Is er bij jullie in de gemeente iemand die veel van de natuur houdt en/of veel foto’s maakt? Vraag of je mee mag op een natuurwandeling. Laat hem of haar de les uit het boek zien en leg uit waarom je het vraagt.

Bij de les

Bespreek deze stelling: De natuur en de bijbel laten je zien wie God is, maar Jezus laat het nog beter zien.

Creatief

Maak komende week allemaal een foto van iets moois uit de natuur. Zoek er een bijbeltekst bij en app foto + tekst naar elkaar.

Bij de bijbel

Zoek Psalm 104 op. Lees om beurten 2 of drie verzen en vertel dan wat je hier leert over God. Je zult ontdekken dat de psalm niet alleen veel vertelt over de natuur, maar ook over God!

Creatief

Zorg voor stevige witte kaartjes. Ieder krijgt er vier. Op het ene tweetal doe je een woord en afbeelding uit de natuur bijvoorbeeld een tekening van een vogel en het woord ‘vogel’. Die twee kaartjes zijn samen een paar. Op het andere paar doe je een woord over God uit de bijbel en een zin waarin dat woord staat met uitleg waarom je het koos, bijvoorbeeld ‘wijsheid’ en ‘ik kies voor wijsheid omdat God veel meer weet dan ik’. Speel memory met de kaartjes en geef elkaar uitleg als het paar gevonden is.

Gebed

Bedenk ieder een of twee regels om God te danken / te eren om wat je over hem weet. Begin je zin zo: ‘Ik dank u, omdat….’, of ‘Ik eer u, omdat….’. Doe daarna een kringgebed en lees ieder je eigen zin voor.

Bij de belijdenis

Lees artikel 2 van de NGB en vertaal het in eigen woorden en/of maak er een picto/cartoon van.

Onderzoek

Hieronder zie je een lijst begrippen. Schrijf die onder elkaar. Maak daarnaast twee kolommen. In de ene schrijf je hoe je deze eigenschap van God in de schepping kunt zien, in de tweede schrijf je waar je waar je het tegenkomt in de bijbel. Werk het uit in tweetallen en bespreek het daarna samen. Bedenk zelf twee extra eigenschappen om toe te voegen.
Trouw – verlossing – zorgzaamheid – wijsheid – almacht – dat God bestaat – scheppen – heilig – de redding van Jezus – Gods liefde.
Kun je alles tegenkomen in de natuur en/of de bijbel? Leg uit.

Stellingen

Bedenk eerst of je het eens bent met de stelling en hoe je dat uit kunt leggen. Bespreek het daarna.
– Een christen moet wel van de natuur houden.
– Het is ongelovig om slecht om te gaan met het milieu.
– Je kunt God voldoende kennen als je alleen de bijbel leest.
– Zonder bijbellezen ken je God niet echt.
– De natuur is het prentenboek van God.

In  het gezin

Vraag aan je ouders hoe zij God leren kennen uit de schepping en uit zijn Woord.

Verder leren

Geef elkaar tips hoe je volgende week bezig gaat om God nog beter te leren kennen. Ga je de weekagenda lezen? Of maak je een natuurwandeling? Of…? App elkaar wat je doet en wat je ervan leert.

Over het lesonderwerp:

God maakt zich bekend! Leren hoe Hij dat doet. Wat doe jij om hem (beter) te leren kennen?

Lesdoel

  • Aan de hand van Ps. 19 kunnen vertellen op welke 2 manieren God zich bekend maakt.
  • Het begrip ‘openbaring’ kennen en kunnen uitleggen.
  • Een paar voorbeelden kunnen noemen hoe je God ziet in de schepping/je eigen leven.
  • Kunnen uitleggen waarom je de bijbel nodig hebt om God echt te leren kennen.

De bespreking

In deze les staat centraal op welke twee manieren God zich bekend maakt: via natuur en bijbel (art 2 NGB). Bespreek dat en vertaal het door naar de jongere. Hoe leerde hij God eerder kennen? Maak daarvan bewust en dank daarvoor. Hoe gaat hij aan de slag om God (beter) te leren kennen uit bijbel en natuur? Geef elkaar tips en/of maak een concreet plan voor bijvoorbeeld de komende week.