Belijdenisboek hfst 18
Bidden
Dag 1: Psalm 111 NBV
Psalmen zijn ook een soort gebeden. In veel Psalmen wordt God uitbundig geprezen. Lofprijzing is een onmisbaar onderdeel van je gebed: je spreekt je lof, je bewondering voor God uit. Welke plaats heeft aanbidding en lofprijzing in jouw gebeden?
Dag 2: Daniël 6:11-13 NBV
Daniël heeft de vaste gewoonte driemaal per dag tot God te bidden. Daar laat hij zich niet van afbrengen, zelfs niet als hij bedreigd wordt. De omgang met God gaat voor hem boven alles. Hoe trouw ben jij in je omgang met God? Bid je elke dag?
Dag 3: Filippenzen 4:4-7 NBV
‘Wees over niets bezorgd’, zegt Paulus. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Je kunt je zorgen maken over van alles en nog wat. Lukt het jou om je hele leven aan God toe te vertrouwen? Welke reden noemt Paulus voor dat vertrouwen?
Dag 4: Lucas 11:5-13 NBV
‘Vraag en er zal je gegeven worden’. Jezus leert, dat je Vader in de hemel je nooit met lege handen wegstuurt als je Hem iets vraagt. Toch geeft Hij je wel eens iets anders dan wat je vraagt . Welke reden zou God daarvoor kunnen hebben?
Dag 5: 1 Timoteüs 2:1-7 NBV
Paulus vraagt je voor alle mensen te bidden, ook voor de overheid. Voor wie zou jij allemaal kunnen bidden? Maak een lijstje van mensen voor wie je wilt bidden. Wat zou je volgens Paulus vooral voor hen moeten vragen (zie vs. 4)?
Luisteren: Gebed om vergeving
Luister naar het lied ‘gebed om vergeving’ van SELA. Welke regels zou jij willen gebruiken in een eigen gebed?
Praktijk: Bidden
Deel ervaringen met gebeden. Hoe bid jij? Welke vormen gebruik je? Gebruik je wel eens vaste gebeden? Welke? / Sla je wel eens over? Waarom?
Geef elkaar tips om vol te houden met (dagelijks en persoonlijk) bidden.
En: wat zijn jouw ervaringen rond gebedsverhoring?
Vraag: Bidden of bekend?
Waarom zou je bidden als God toch alles al weet?
Wat kun je wel / niet aan God vragen?
Stellingen: Bidden
Bespreek onderstaande stellingen:
‘Bidden kun je alleen als je ook in de bijbel leest.’
‘De houding waarin je bidt doet er (niet) toe.’
‘Eén keer bidden per dag is genoeg.’
‘Je hele leven is één (dank)gebed voor God.’
‘Je kunt alleen goed bidden als je in de stemming bent.’
Praktijk: God loven in je gebed
God loven in je gebed kan moeilijk zijn. Zoek in de psalmen regels op waarin God groot gemaakt wordt. Schrijf ze op losse briefjes en verdeel die onderling. Maak er een kringgebed van door ze op rij af hardop voor te lezen en loof God op deze manier. Tip: je kunt afsluiten met een loflied.
Doelen:
Weten: Het Onzevader kennen. Weten wie tot Wie bidt en wat de relatie met God betekent voor je vertrouwen. Bouwstenen kennen.
Kunnen: Een persoonlijk gebed bidden. Voorgaan in een groep. Gevarieerd bidden. Dagelijks bidden.
Motivatie: Natuurlijk vertel ik mijn Vader wat mij bezig houdt, wat ik doe, wat ik denk. Ik vertrouw dat Hij naar mij luistert want Hij houdt van mij.
Aandachtspunten:
– Voor bidden is nodig dat je zicht hebt op wie jij bent, wie God is en hoe je relatie is.
– God luistert als Vader! Hij is liefdevol en machtig, zie les 4.
– Bespreek het Onzevader. Iedereen kent het uit het hoofd?
– Oefen met de bouwstenen van het gebed, laat in tweetallen een gebed opstellen en gebruik alle items van pag.112.
– Bidden de groepsleden ieder persoonlijk of nemen ze alleen deel aan gezinsgebeden? Bespreek de noodzaak van persoonlijk contact met God.
– Praat over gebedsvormen en gebruik de leestekst ‘Gebedsvormen’ (zie links op /GO). Pas er een toe in de groep.
Leider:
Is persoonlijk bidden geen gewoonte? Hopelijk ontdekte je dat al eerder dit jaar en heb je er al aan gewerkt. Maak er nu zeker een aandachtspunt van! Oefenen, trainen, tips geven, elkaar bij de les houden via sms, facebook enz. Verbindt persoonlijk bidden aan het komend belijden: als je hardop zegt dat je van God houdt ga je toch ook met Hem in gesprek?
Voor sommige jongeren is voorgaan in een groep moeilijk. Bespreek het, geeft tips en train in een veilige setting (misschien eerst in duo’s?). Wel belangrijk om te oefenen, in zelfstandige woonsituaties zul je gasten ontvangen, in een toekomstig gezin het voortouw kunnen nemen. Forceer niet, maar oefen wel.