Belijdenisboek hfst 17
Gods wet
Dag 1: Spreuken 3:1-8 NBV
In dit gedeelte uit Spreuken lees je dat je leven gaat bloeien als je luistert naar Gods geboden. Kun je uit je eigen leven voorbeelden noemen van dat de zonde veel stuk maakt? Kun je ook voorbeelden geven van dat luisteren naar God juist gelukkig maakt?
Dag 2: Romeinen 3:21-26 NBV
Jezus heeft in jouw plaats de wet gehouden. Je wordt gered, niet omdat jij goed voor God leeft, je wordt gered door genade! Durf jij echt van Gods genade te geven? Of denk je toch dat het van jouzelf afhangt? Wat betekent leven van genade voor jou?
Dag 3: Romeinen 3:19-20 NBV
De wet van God werkt als een spiegel. Als je in de wet kijkt, zie je welke je zonde je doet. Hoe zou je zelf op een goede manier naar je leven kunnen kijken met Gods wet? Wat ga je ontdekken als je dat doet?
Dag 4: Efeziërs 4:17-24 NBV
Maak elke dag werk van je bekering. Trek je ‘oude mens’ uit en doe de ‘nieuwe mens’ aan. Wat zou jouw motivatie zijn om je te bekeren? Welke zonden zou jij vooral uit je leven moeten wegdoen? Welke goede dingen zou je in praktijk willen brengen?
Dag 5: Romeinen 13:8-10 NBV
Wees elkaar niets schuldig behalve liefde….de wet vindt zijn vervulling in de liefde. Wat zou Paulus met deze woorden bedoelen? Wat is het verschil tussen je houden aan de regels of handelen uit liefde?
Doorvertellen: De wet voor iedereen
Stel een flyer op voor gasten in de kerk, waarin je kort en duidelijk uitlegt waarom de wet voorgelezen wordt.
Lesstof anders: De lesplaat
Bekijk de lesplaat. Wat doen de cijfers in de plaat? Op welke manier past het woord ‘vormen’ of ‘hervormen’ bij deze plaat? Aan welke geschiedenis doet de plaat je denken?
Reflectie: Jouw vragen
Beantwoord de vragen uit de introtekst van de les.
Doelen:
Weten: De wet is een spiegel. Jezus vervult de wet. Nu is de wet ook regel van het nieuwe leven. De wet doen gaat niet vanzelf maar vraagt dagelijks bekering. Oude mens vs. nieuwe mens.
Kunnen: De wet vertalen naar de praktijk en toepassen in je leven. Jezelf spiegelen in de wet. Luisteren naar de Geest om tot nieuw mens te worden.
Motivatie: Omdat ik van God houd, wil ik graag mijn leven aan Hem wijden. Ik volg de Geest en laat mij boetseren volgens Gods wet tot een nieuw mens (zie ook lesplaat).
Aandachtspunten:
– Zijn de 10 wetswoorden voldoende bekend? Kan de groep ze in eigen woorden correct benoemen?
– Gods Geest boetseert mensen nieuw met de 10 wetswoorden. Bespreek dat met de lesplaat.
– Spiegelen (gebreken ontdekken) en Vernieuwen zijn niet de negatieve en positieve kant maar horen bij elkaar. Juist als je gespiegeld hebt, weet je waar vernieuwing nodig is.
– Gods Geest is al werkzaam: benoem ook wat je ziet van het vernieuwend werk in je leven.
– Benadruk dat de wet van God niet gegeven is om te knellen, maar om het mooiste leven te leren wat er is. God weet waar jij gelukkig van wordt. Dat vraagt geloof en gehoorzaamheid en vertrouwen.
– Benoem in de bespreking de dankbaarheid. Dank voor Gods liefde is drijfveer om de wet te houden.
Leider:
Gebruik bij deze les expliciet de 10 geboden, lees ze of gebruik de presentatie onder handige links op /GO.
Is het voor de groep lastig om christen zijn in praktijk te brengen? Las een extra avond in en bespreek naar keuze een of enkele geboden. Je kunt ook onderwerpen verdelen en ieder een deel van de avond laten voorbereiden. Voorbereiden op je belijdenis is ook in praktijk christen zijn: zoek naar vormen om dat voor te doen, te laten ervaren en te oefenen.