Ga naar de inhoud

Les 20.1 Het zevende gebod I

Jezus zei: ‘Jullie weten best dat God bij de schepping een man en een vrouw maakte.
En God zei erbij: ‘Een man blijft niet bij zijn vader en moeder.
Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één.’

Ze zijn niet langer twee, maar ze zijn samen één geheel.
En wat God bij elkaar brengt, mag een mens niet scheiden.’
Mat. 19: 4-6 BGT

Let op: Er zijn twee lessen over het zevende gebod.
Les 20.1 gaat over het huwelijk en over trouw beloven,
met les 20.2 spreek je over seksualiteit en verkering.

BIJBELSTUDIE:  Ef. 5: 21-33

Intro:
In Efeziërs 5: 21-33 lees je over de relatie tussen man en vrouw. Schrijf eerst vijf belangrijke woorden op die bij het huwelijk horen.

  • Je leest drie keer dat een man zijn vrouw moet liefhebben (3x). Waar?
  • Drie keer staat er dat een vrouw het gezag van haar man moet erkennen / ontzag moet hebben. Waar zie je dat? Had jij deze woorden opgeschreven over het huwelijk?
  • Leg uit wat het verschil is tussen macht uitoefenen, macht opeisen, gezag hebben en gezag erkennen. Welke termen passen bij de verhouding man/vrouw?
  • Lees vers 21. Wat betekent die tekst voor man en vrouw?
  • Wat betekent ‘liefdevol leiden’ en ‘eren’ in praktijk?
  • Man en vrouw zijn voor God gelijk. Toch krijgen ze hier een verschillende positie. Hoe zit dat?
  • Vers 31 is een citaat uit Gen 2:24. Deze woorden staan ook in Mat. 19:5 en Mar. 10:7-8. Klik de teksten aan / zoek ze op en kijk wat deze woorden daar willen zeggen.
  • In dit bijbelgedeelte wordt het huwelijk vergeleken met de verhouding tussen Christus en zijn gemeente.
    – Wat doet Christus voor de kerk?
    – Wat geeft Hij en hoever gaat Hij?
    – Wat ontvangt de gemeente?
    – Hoe moet haar reactie zijn?
    -Wat betekent dit voor de verhouding man/vrouw in het huwelijk?
  • Hoe kunnen christenen dit bijbelgedeelte in praktijk brengen? Gebeurt dat?

Dag 1:  Hooglied 1: 15 – 2: 7  BGT

God geeft in de liefde een prachtig cadeau. En de bijbel doet daar niet zuinig over! Het boek Hooglied is een loflied op de liefde tussen man en vrouw.

Dag 2:  Genesis 24: 1-9  BGT

Abraham zoekt voor zijn zoon een vrouw met wie hij samen God kan dienen. Een vrouw of man zoeken, dat doe je tegenwoordig zelf. Maar samen God kunnen dienen blijft belangrijk!

Dag 3:  1 Korintiërs 7: 29-35  BGT

Een huwelijk is mooi, maar er zijn belangrijker zaken. Liefde voor God gaat boven alles!

Dag 4:  Kolossenzen 3: 12-19  BGT

Paulus geeft hier prachtige aanwijzingen voor samenleven in de gemeente. Ze kunnen ook zomaar toegepast worden op het huwelijk. Daar komt Paulus trouwens ook bij uit.

Dag 5:  Openbaring 19: 6-10  BGT

Voor Gods kinderen loopt alles uit op een eeuwige bruiloft. Wat zegt het jou dat de Bijbel voor het eeuwige leven het beeld van een bruiloft gebruikt?

Bijbel en praktijk

Download het werkblad ‘een veilige tent’ en bespreek de pijlers van het huwelijk. Vergelijk met met Genesis 2: 24. Wat ontdek je over samenwonen?

Lied

Luister naar het lied Zegenlied. Zou je dit lied op een trouwdag willen zingen? Waarom wel/niet?

Bij de lesplaat en creatief

Bespreek wat de tekenaar wil zeggen met de lesplaat. Waarom ringen, ogen, deze tekst? Bedenk wat jij bij deze les zou tekenen of maak een gedicht bij de les. Zorg dat je verwijst naar huwelijk, trouw en  liefde.

Praktijk

Download het werkblad Trouwboekje met inhoud en doe de opdracht.

In het gezin of in de gemeente

Vraag je ouders naar hun herinneringen aan hun trouwdag. Als hun huwelijk kerkelijk bevestigd is, wat was dan de trouwtekst? Kunnen zij je vertellen welke rol geloof speelt in hun samenleven?
Variant: nodig een echtpaar uit de gemeente uit in je groep en vraag of zij deze vragen met jullie willen bespreken.

Bij de Dichtbij-tekst – 1

Thom vertelt open over de scheiding van zijn ouders, maar niet iedereen doet dat gemakkelijk. Vraag of je groep wil praten over eigen situaties. Zo niet, respecteer dat en bid voor ouders en huwelijken. Als het wel bespreekbaar is: deel ervaringen en bespreek hoe je er voor elkaar kunt zijn, ook als het lastig is.

Bij de Dichtbij-tekst – 2

Jon komt met cijfers over echtscheidingen. Echtscheiding komt veel voor. Wat zouden jonge mensen kunnen doen om een goede relatie op te bouwen en te onderhouden? Bedenk minstens acht tips.

Onderzoek

In de les lees je dat het huwelijk al bestaat vanaf de schepping. Bedenk wat er veranderde rond trouwen na de zondeval en schrijf dat op. Bespreek dan wat het betekent dat het Hooglied geschreven is na de zondeval. Past dat bij wat je opschreef?

Bij de Verdieping en bijbel

Teken op een leeg papier een spiegellijst langs de randen. Lees daarna Efeziërs 5: 22-33 en schrijf in trefwoorden of korte zinnen wat Christus doet voor de gemeente. Bedenk daarna bij ieder trefwoord of iedere zin een praktijkvoorbeeld voor het huwelijk. (Deze opdracht gaat over hetzelfde bijbelgedeelte als de bijbelstudie bij deze les).

Praktijk

Download het werkblad ‘cartoons‘ en bespreek met de platen hoe jullie aankijken tegen het huwelijk.

Uitleggen

Pas de drie uitlegregels van les 17.1 toe op het zevende gebod.

Let op: Er zijn twee lessen over het zevende gebod. Les 20.1 gaat over het huwelijk en over trouw beloven, met les 20.2 spreek je over seksualiteit en verkering.

Lesdoel

– de drie uitlegregels kunnen toepassen bij het zevende gebod
– weten wanneer God het huwelijk instelde
– weten welke onderdelen bij een christelijk huwelijk horen
– kunnen uitleggen hoe het huwelijk lijkt op de verhouding tussen Christus en de gemeente

Belijdenis

Gebruik bij deze les Catechismus zondag 41.

De bespreking

– Geef in de bespreking uitleg over de verschillen tussen echtbreuk (het verbreken van de huwelijksband door overspel), overspel (terwijl je getrouwd bent met een ander naar bed gaan) en echtscheiding (het beëindigen van het huwelijk). Echtscheiding kan dus vanwege verschillende redenen, bijvoorbeeld ‘duurzame ontwrichting’.
– Houdt er nadrukkelijk rekening mee dat sommige jongeren opgroeien in een gebroken gezin, al dan niet met stiefouders. Geef ruimte voor het uitspreken van gevoelens daarover.
– Bid voor ouders en huwelijken.
– Noem de waarde van goede huwelijksvoorbereiding. Bespreek wat dat in kan houden.