Ga naar de inhoud

Les 18.3 Sacramenten

Beeldtaal in de kerk:
met vijf zintuigen zeker weten
dat Jezus je redt
dat God je liefheeft.

 

 

In de twee voorgaande lessen stond de ontmoeting met God en het luisteren naar zijn Woord centraal. Deze les gaat over sacramenten, illustratie en garantie, teken en zegel.

BIJBELSTUDIE met verschillende teksten

In deze bijbelstudie zoek je in verschillende teksten een antwoord op de volgende vragen. Daarna vergelijk je wat je leerde uit de bijbel met de geloofsbelijdenis en met de catechismus.

Dit zijn de vragen:
– Waarom zijn er sacramenten?
– Waarom gebruik je ze samen met anderen in de gemeente?
– Hoe kijkt Jezus aan tegen de sacramenten?
– Wat heeft verbond met sacramenten te maken?
– Zijn sacramenten een keuze of een opdracht? Waarom?
– Hoe belangrijk zijn de sacramenten voor je geloof?

Gebruik de volgende teksten: Gen. 17:7; Mat. 26: 26-29; Mat. 28:19; Mar. 16:16; Hand. 2:39; 1 Kor. 10:17. Sommige teksten kun je bij meerdere vragen gebruiken.
Tip: Verdeel de teksten. Je leest jou tekst voor en geeft aan wat je leert over sacramenten, anderen kunnen reageren en daarna is de volgende aan de beurt met zijn tekst.

Lees vervolgens NGB art 33. Wat vind je opvallend? Begrijp je wat hier staat? Past het bij de bijbelgedeelten die je gelezen hebt? Zijn er nog aanvullingen?

Bedenk daarna een definitie van ‘sacramenten’. Lees vervolgens HC zd 25, v/a 66. Komt jou omschrijving overeen met de catechismus?

Dag 1:  Jesaja 7: 10-17  BGT

Sacramenten zijn tekenen die je willen overtuigen van een ‘ongelofelijke’ boodschap. God gaf wel vaker tekenen, bijvoorbeeld aan koning Achaz, die dacht dat hij geen teken nodig had. En als God de sacramenten voor jou nodig vindt…?

Dag 2:  Galaten 3: 24-29  BGT

De doop is niet zomaar een teken. Hij verbindt jou met Jezus Christus zelf. Een teken om je hele leven lang over na te denken.

Dag 3:  Titus 3: 1-7  BGT

De doop is het begin van je nieuwe leven in Jezus Christus: wedergeboorte, kracht van de heilige Geest: dat zit allemaal in het water van de doop!

Dag 4:  Lucas 22: 14-20  BGT

Jezus zelf stelde het avondmaal in. Hij wilde dat zijn discipelen aan Hem bleven denken op een heel bijzondere manier. En jou wil Hij nog steeds zo bij Zichzelf stilzetten, elke viering weer.

Dag 5:  Psalm 23  BGT

Aan het einde van je levensreis wacht het feestmaal in Gods huis! Elke keer dat je het avondmaal viert, laat God het je weten: wat er ook gebeurt in je leven, jij mag thuiskomen!

In de gemeente

Doop en avondmaal zijn feesten voor de gemeente. Kies één of meerdere van de volgende opdrachten om als groep of als tweetal uit te werken:
– Bedenk hoe je de doopdienst of avondmaalsdienst tot een feest kunt maken.
– Zoek mooie psalmen en liederen voor de liturgie van een doop-, of avondmaalsdienst.
– Bedenk een aantal tips voor elkaar om zelf doop en avondmaal bewuster te beleven.
– Zoek uit wat de kerken samen hebben afgesproken over de sacramenten in de kerkorde.

In stilte

Lees de alinea ‘gebruiken’ van de les en zoek een plaatje van een doop en van een avondmaalsviering. Doe dan de drie stappen: 1. Goed kijken. 2. Nadenken over de betekenis. 3. De betekenis verbinden aan jezelf. Wat doet Jezus voor jou?
Vraag de heilige Geest of Hij het goede nieuws tot je door wil laten dringen en dank God voor zijn Zoon.

In de gemeente

Maak een afspraak met een ouder iemand in de gemeente en vraag of hij/zij wil vertellen over zijn geloof. Welke betekenis hebben de sacramenten voor hem/haar? Doe het in tweetallen en vertel elkaar volgende keer over de bezoeken. Variant: nodig iemand uit in de groep om te vertellen.

Onderzoek

De eenheid met Christus speelt een rol bij doop en avondmaal. Zoek dat uit met behulp van Romeinen 6: 3-6, Kolossenzen 2: 12-15 en 1 Korintiërs 10: 15-17.
Verdeel de teksten en gebruik voor je onderzoek deze vragen: Hoe wordt die eenheid zichtbaar? Wat is de betekenis van die eenheid voor mij?

Bespreking

Bespreek de betekenis van doop en avondmaal. Gebruik daarbij eventueel het doopformulier en het avondmaalsformulier. Waarom wordt de doop één keer bediend en het avondmaal geregeld gevierd?

In de gemeente

Stuur een ansichtkaart naar mensen die een kindje lieten dopen of gedoopt zijn.

Praktijk

Ewoud Gosker schrijft in zijn bundel Avondmaalgangers een gedicht over iemand die net belijdenis deed. De eerste twee strofen luiden:
‘k Heb zo verlangd dit mee te mogen maken:
Het brood te eten dat zijn lichaam is,
de wijn te drinken – bloed voor ons vergoten,
maar ’t is zo anders nu het zover is!

‘k Ben te gespannen om goed na te denken.
Niet dat ik bang ben, maar ‘k ben ook niet blij.
Die schaal met brood is zwaar, hoor, in je handen!
Ik kijk maar voor me – iedereen let op mij.
Geef een reactie. Bespreek of je graag belijdenis wilt doen en het avondmaal wilt vieren. Waarom wel of niet? Wat is er voor nodig om het te gaan doen?

Bij de lesplaat

Waarom zijn de sacramenten afgebeeld boven op een bijbel? Hoe zie jij de relatie tussen bijbel en sacramenten? Beleef je dat ook zo in praktijk?

Lesdoel

– weten wat sacramenten zijn en waarom God ze heeft ingesteld
– kunnen vertellen dat sacramenten teken en zegel zijn en wat dat inhoudt
– met de bijbelstudie kunnen uitleggen dat je sacramenten gebruikt in opdracht van God
– kunnen aangeven hoe je zelf doop en avondmaal meemaakt
– samen spreken over het toegroeien naar je eigen geloofsbelijdenis en gebruik van het avondmaal

Belijdenis

Gebruik bij deze les Catechismus zondag 25, v/a 66-68
Gebruik bij deze les de Nederlands Geloofsbelijdenis artikel 33-35.

De bespreking

– De focus ligt op de waarde van sacramenten voor de gemeente en voor de jongere. Bespreek voor doop en avondmaal wat het teken is (wat je ziet, de illustratie van welke boodschap?) en wat het zegel is (de garantie, waar wordt je van verzekerd?)
– Heb aandacht voor het beleven van het sacrament als toeschouwer. Hoe zorg je dat doop en avondmaal tot je doordringen en betekenis hebben?

Eerdere handleiding
Voor een eerdere versie van de handleiding: klik op handleiding 18.3 klassiek