Ga naar de inhoud

Les 13.5 Heiliging

Heiliging

Een proces dat mijn hele leven duurt:

God leert me worden zoals Hij mij bedoelde
– dat doet Hij in mij en
– dat mag ik zelf leren doen.

BIJBELSTUDIE Romeinen 6: 11-13; Romeinen 12: 1, 2

Paulus schrijft over de grote verandering die er is als je bij Jezus hoort. Romeinen 6: 11 – 13

11Zo is het ook met ons. Ons oude ik is gestorven, dus de ​zonde​ heeft geen macht meer over ons. Wij leven tot eer van God, want we horen bij ​Jezus​ ​Christus.
12We leven nog als sterfelijke mensen met verkeerde verlangens. Maar daar mogen we niet aan toegeven! Want dan zou de ​zonde​ opnieuw macht over ons krijgen. 13Wij zijn vanuit de dood naar het leven gegaan. Doe daarom geen verkeerde dingen meer. Want daarmee leef je in dienst van de ​zonde. Maar doe het goede, want alleen dan leef je in dienst van God.

  • Waarom heeft de zonde geen macht meer over je?
  • Wanneer krijgt de zonde wel weer macht over je?
  • Wat moet je doen om slaaf van de zonde te zijn en wat moet je doen om in dienst van God te zijn?
  • Welke ‘heer’ wil jij dienen?

Lees vervolgens Rom. 12:1,2
121Vrienden, jullie weten hoe goed God voor ons is. Daarom vraag ik jullie: Geef jezelf als een geschenk aan God. Laat je leven een offer zijn dat God graag wil aannemen. Dat betekent: leef als mensen die bij God horen. Want dat is de juiste manier om God te vereren.
2Doe niet zoals de mensen die zonder God leven, maar leef als nieuwe mensen. Want God geeft jullie de wijsheid om zijn wil te kennen. Daardoor weten jullie wat goed en volmaakt is, en waar God blij mee is.

  • Hoe weet je waar God blij van wordt?
  • Waarom moet/mag je jezelf als een geschenk aan God geven?
  • Hoe kun je dat doen?
  • Wat je in deze twee verzen leest is de ‘heiliging’ van je leven. Bedenk zelf een definitie.

Meer lezen in de brief aan de Romeinen over de heiliging? Doe dan de opdracht ‘bij de bijbel’ met het werkblad ‘heiliging en toekomst’.

1: Exodus 19: 5, 6  BGT

De Here God spreekt hier tegen het volk als ze bij de Sinaï zijn aangekomen. Hoe noemt Hij zijn volk? Waar moeten ze zich aan houden? Wat is de bedoeling van die afspraak?

2: 1 Korintiërs 6: 11  BGT

Hier komen heilig en rechtvaardig bij elkaar. Wat lees je daar; moet je het nog worden, of ben je het al? In wiens naam wordt dat gezegd?

3: Efeze 5: 20 – 24  BGT

Als je Christus echt hebt leren kennen, gaat je leven veranderen. Lees maar in deze verzen. Wat moet je opgeven? En wat moet je aantrekken? Wat zou dat betekenen voor jou?

4: Efeze 1: 1, 2  BGT

Veel brieven van Paulus beginnen zo. Kijk ze er maar op na. Hoe worden de gelovigen hier genoemd in vers 1. Waardoor kan Paulus je zo noemen?

5: 1 Tessalonicenzen 5: 21 – 24  BGT

Wie maakt jouw leven heilig, volgens deze tekst? Daardoor is leven veilig tot wanneer? Gebeurt dit echt met jou(vs 24)?

Heiliging in de groep

Deel kleine briefjes uit. Schrijf daarop wat jij of een ander doet en waarvan je zegt: ‘Daar heb ik bewondering voor dat je dat doet’ of: ‘Fijn dat ik dat mocht doen’.
Verzamel de briefjes. Lees daarna vraag/antwoord 91 van zondag 33 van de catechismus. Welke 3 kenmerken van een ‘goed werk’ staan daar? Pak om de beurt een briefje van tafel, lees voor wat erop staat en leg uit of je bij dit ‘goede werk’ de drie kenmerken ziet.
Noem samen nog meer goede dingen. Dank de Heilige Geest voor het goede wat Hij mensen leert doen. Sluit af met het lezen van Efeziërs 2:10.

Jij en jezelf en heiliging

Welke woorden passen bij jou: perfectionist – chaoot – alles ongeveer zozo –  het liefst alles volmaakt – hoge eisen stellen – niet verdragen dat je fouten maakt – faalangst.
Passen die woorden ook bij heiliging? Of staan ze je dan juist in de weg? Bespreek van alle begrippen of ze bij heiliging horen of niet.

Stellingen

Mee eens? Waarom wel/niet?

  • Heiliging, dat krijg je en dat doe je.
  • Heiliging is altijd onder leiding van de heilige Geest.
  • Rechtvaardiging is gratis en heiliging ook.
  • Bij wedergeboorte ben je passief, je krijgt een nieuw hart. Maar bij heiliging ben je actief, je moet het zelf doen.
  • Een zondig mens kan nooit goede dingen doen.
  • Heiliging is de dank die ik betaal aan God.
  • Zonder heiliging is mijn geloof dood.
  • De heiliging krijg ik van Jezus.

Beeldtaal

Bekijk het ‘werkblad heiliging in beelden’. Kies om beurten een afbeelding. Is het een goede illustratie bij ‘heiliging’? Leg uit waarom wel of niet.

Bij de bijbel

Lees meer uit Romeinen (naast de bijbelstudie). Met het werkblad ‘heiliging en toekomst‘ ga je het verschil ontdekken tussen slaaf van de zonde en ‘slaaf’ van God. Bovendien: slaaf van God??

Bij de belijdenis

Bij de heiliging horen ‘goede werken’, maar wat zijn goede werken? Bedenk eerst samen minstens 8 voorbeelden van ‘goede werken’.  Lees daarna vraag/antwoord 91 van zondag 33 van de catechismus; daar vind je een goede omschrijving. Passen jullie voorbeelden bij deze definitie? Waarom wel/niet?

Lesplaat

De tekenaar heeft niet alleen woorden, maar ook symbolen in de tekening verwerkte. Leg uit waarom hij de volgende elementen gebruikte in de plaat over heiliging: een hand, een stralen achtergrond, een stroom hartjes en een persoon in deze houding. Wat ligt er op de grond en waar staat dat zo?

Concreet

Heiliging in je leven, waar zie je dat aan? Schrijf ieder op een klein briefje drie dingen waarin de heiliging zichtbaar is in je eigen leven. Plak die briefjes op een groot hart. Dat hart staat symbool voor de liefde voor God. Bespreek de voorbeelden en bedenk er samen nog 10 bij. Dank God voor het werk van de heilige Geest in jullie leven.

Liedje

Luister naar het lied ‘Create in me a clean heart’ of zing mee. Vind je dat het lied bij de les past? Waarom wel/niet?

Kerktaalwoorden

Ga verder met je kerktaalwoordenboek, zie opdrachten les 13.1. Schrijf in ieder geval heiliging met uitleg in je boekje.

Over het lesonderwerp

Naast rechtvaardiging is heiliging een basisbegrip van geloven. De heilige Geest maakt mensen nieuw! Hij past toe in je leven, wat Jezus voor je verdiende. Net als bij les 13.4 is de eerste opdracht er een om dat samen te beleven in de groep! Doe die opdracht en sluit af met (kring)gebed om God te danken.

Bij de bijbelstudie

In de brief aan de Romeinen gaat het heel veel over rechtvaardiging en heiliging. Bij de bijbelstudie ontdek je dat al, maar je kunt verder gaan met de opdracht ‘bij de bijbel’. Met het werkblad ‘de heiliging en de toekomst’ maak je het verschil tussen slaaf van de zonde en ‘slaaf’ van God nog duidelijker.

Lesdoel

  • weten wat heiliging is
  • kunnen aangeven dat de heilige Geest de heiliging in je werkt EN dat het ook je opdracht is je leven te heiligen
  • met Romeinen 6 en 12 kunnen vertellen over slavernij van de zonde en heiliging in je leven
  • kunnen uitleggen dat heiliging een proces is, een dagelijkse bekering, een levenslange opdracht
  • voorbeelden uit je eigen leven kunnen geven van het werk van de Geest

De bespreking

Heiliging kan heel concreet worden – bedenk dat samen en dank God dat het werk van de Geest zichtbaar is in je leven. Maar, heiliging is geen nieuw ‘moeten’. Je verdient er Gods goedheid niet mee en het is ook niet een kwestie van ‘voor wat hoort wat’. Pas daarom op voor dat nieuwe ‘moeten’ van een heilig leven. Dat wordt ook wel ‘wetticisme’ genoemd en dat is het tegenovergestelde van uit liefde God dienen.

Belijdenis

Gebruik bij dit lesonderwerp NGB art 24; HC zd 32 vr/antw 86,87; HC zd 33 vr/antw 88,89,90,91; DL III/IV art 16

Bijbel

Lees over heiliging met de volgende bijbelgedeelten: Rom. 6; Rom. 12:1-2; Gal. 5:13-26; Ef. 4:17-32; Ef. 5:1-21; Kol. 3:5-17