Les 9.1 Het verbond
Algemene aanwijzingen bij Tekstboek 3
- Je begint dit deel met het verbond – de relatie van God met mensen. Je gaat door met de vormgeving van die relatie – het teken, luisteren naar God, spreken tot God.
- Heb oog voor de relaties in de groep onderling en benoem dat. De groep is praktische oefenplek voor uitspreken, vergeving vragen, begrip tonen enz. Leer het onderling goed hebben, dan ervaar je de warmte van een goede band. En de band met God is nog zoveel meer!
- Verken het boek eerst zelf via de inhoudsopgave en door het boek door te bladeren, doe dat later ook met de groep, zodat bekend is wat er komt. Voorkom dat je onderwerpen uit een volgende les ongemerkt al bespreekt bij een eerdere les.
- Achterin Tekstboek 3 vind je informatie over de opzet van een avond.
- Formuleer voor jezelf doelen voor de avond voor zowel de lesinhoud als de groepssfeer en de werkwijze. Voor de lesinhoud vind je suggesties in de handleiding bij elke les, voor de sfeer formuleer je zelf, bijvoorbeeld: elkaar uit laten praten, niet uitlachen, iedereen aan de beurt enz. Voor de werkwijze bijvoorbeeld: je houden aan het takenrooster, thuis voorbereiden.
- Opdrachten vind je in het boek en op de site. Kies wat je gebruiken wilt of laat jongeren daarin meedenken.
- Bepaalde type opdrachten komen steeds terug. De opdrachten ‘in de stilte’ is meer gericht op persoonlijk geloofsleven. Deze zijn ook geschikt om zelf thuis te doen.
- Gebruik elke les de bijbelstudie en laat bijbelverwijzingen opzoeken of aanklikken. Zo help je jongeren te ontdekken dat de leer van het geloof voortkomt uit en terug te vinden is in de bijbel. Tip: Laat jongeren een kopie van de inhoudsopgave van hun bijbel maken en gebruik die als bladwijzer = sneller opzoeken. Of: gebruik een online bijbel.
- Bedenk voor elke les wat de lesinhoud in praktijk betekent voor de jongeren van de groep. Zorg dat je dat bespreekt. Maak zo nodig ook concrete afspraken.
- Wees een voorbeeld in geloven en spreek vrijmoedig over je eigen geloof.
- Zorg voor verbinding met de gemeente met opdrachten die dat stimuleren. Het is voor jongeren belangrijk dat er persoonlijke contacten zijn en dat ze geloofsvoorbeelden zien.
- Bid om wijsheid, doe voorbede voor de jongeren uit je groep en dank voor wat God je geeft.
BIJBELSTUDIE: Genesis 17: 1 – 14 en Hand. 2: 37 – 41
Je leest twee keer over een afspraak tussen God en mensen. Eerst met Abraham en daarna met de mensen die naar Petrus luisterden. Zo’n afspraak om een vaste band te hebben, waarbij je elkaar belooft wat je zult doen, heet een verbond. Bij bijbelstudie 9.1 en de doopopdracht 9.2 hoort een invulblad.
Genesis 17: 1-14.
1Toen Abram 99 jaar oud was, kwam de Heer bij hem. De Heer zei: ‘Ik ben de machtige God. Blijf altijd dicht bij mij en doe wat goed is. 2Dan beloof ik dat je heel veel nakomelingen zult krijgen.’ 3Abram maakte een diepe buiging.
God ging verder: 4-5‘Voortaan heet je niet meer Abram, maar Abraham. Ik beloof je dat er later heel veel volken van je zullen afstammen. 6Ik zal je heel veel nakomelingen geven. Er zullen niet alleen veel volken van je afstammen, maar ook veel koningen.
7Ik doe je een belofte die ook geldt voor je nakomelingen, en voor alle generaties na jou, voor altijd. Ik zal jouw God zijn en de God van je nakomelingen. 8Je bent nu een vreemdeling in het land Kanaän. Maar ik zal dit hele land aan jou geven. Kanaän zal voor altijd het land van jou en je nakomelingen zijn. En ik zal ook hun God zijn.’
9-11‘Jij moet ook iets beloven,’ zei God tegen Abraham. ‘Je moet ervoor zorgen dat alle mannen en jongens besneden worden. Dat geldt voor jouzelf en voor al je nakomelingen. Jullie moeten je voorhuid weg laten halen. Dat is een teken van de beloftes die wij elkaar nu doen.
12-13Voortaan moet elke jongen besneden worden als hij acht dagen oud is. Niet alleen de jongens van je eigen familie, maar ook de zonen van je slaven. De zonen die vanaf hun geboorte bij je zijn, en de zonen die je van vreemden gekocht hebt. Aan jullie lichaam zal altijd zichtbaar zijn dat wij elkaar iets beloofd hebben.
14Mannen die niet besneden zijn, horen er niet bij. Die moeten weggestuurd worden. Want die houden zich niet aan deze afspraak.’
- Hoe ziet het leven van Abraham eruit? In welk land woont hij? Is hij daar landeigenaar? Heeft hij kinderen? Waar is zijn familie? Antwoord op deze vragen vind je door even terug te bladeren in de bijbel, maar misschien weet je het ook?
- Hoe ziet de toekomst voor Abraham eruit denk je, als je kijkt naar antwoord 1?
- Wie komt bij Abraham en hoe noemt hij zichzelf?
- Wat belooft hij? Denk aan steun, eigendommen en kinderen.
- Wat moet Abraham beloven?
- Waar is dat een teken van?
- God sluit met Abraham een verbond. Wie nam het initiatief (= wie begon)?
- Een vaste afspraak tussen twee partijen, waarbij beiden iets beloven heet een verbond. Vind je de beide partijen van het verbond gelijkwaardig?
Lees vervolgens Hand. 2: 37 – 41, uit de toespraak van Petrus na de uitstorting van de heilige Geest.
Toen de mensen de woorden van Petrus hoorden, werden ze ongerust. Ze vroegen aan hem en aan de andere apostelen: ‘Vrienden, wat moeten we doen?’
38-39Petrus zei: ‘Jullie moeten allemaal je leven veranderen, en je laten dopen in de naam van Jezus Christus. Dan zal de Heer, onze God, jullie zonden vergeven. En hij zal de heilige Geest aan jullie geven. Want dat heeft hij beloofd aan jullie en aan jullie nakomelingen. En ook aan alle andere mensen, overal op aarde. Alle mensen die God uitkiest, zullen worden gered.’
40Petrus zei nog veel meer over Jezus. En hij waarschuwde iedereen met deze woorden: ‘Zorg dat je gered wordt! Doe niet mee met de mensen die zich verzetten tegen God.’
41Veel mensen geloofden Petrus en lieten zich dopen.
- Wat belooft God (via Petrus) aan de mensen?
- Wat moeten de mensen doen?
- Van wie gaat het initiatief uit (wie begon)?
- Vind je de beide partijen in het verbond gelijkwaardig?
- Bij de beide ‘verbonden’ waarover je hebt gelezen hoort een teken. Welk teken? Kijk of je nog meer verschillen of overeenkomsten kunt vinden.
- Hoe vind je het dat God afspraken maakt met mensen?
- Heeft God ook een afspraak met jou? Leg uit.
1: Genesis 12: 1 – 3 BGT
Abram vraagt niet om een verbond. God begint uit zichzelf. Hij zoekt Abram op en sluit een verbond. Bijzonder hè? Wat belooft Hij allemaal aan Abram?
2: Exodus 19: 3 – 6 BGT
Het is weer God die begint. Hij zoekt de mensen op. God geeft prachtige beloften. Welke lees jij?
3: Jeremia 31: 31 – 34 BGT
God belooft een nieuw verbond. Het gaat weer van Hem uit. Wat belooft God aan jou en mij?(vers 34)
4: Lucas 22: 17 – 20 BGT
Wie zegt deze woorden? Wat noemt Hij als het nieuwe verbond? Ook hier is het: niemand vraagt er om. God komt zelf naar je toe.
5: Hebreeën 9: 15 BGT
Over wie wordt hier gesproken? Wat is de inhoud van het verbond?
Bij de bijbelstudie
Doe de bijbelstudie met het invulblad, neem er de tijd voor. Bewaar het invulblad voor volgende keer.
Geloven door de dag heen
Het bijzondere van het verbond is dat God zegt: ‘Ik wil jouw God zijn’, Gen. 17: 7. Bespreek twee dingen of zet ze in twee kolommen naast elkaar: Wat betekent die belofte van God voor jou vandaag, wat ‘heeft God gedaan voor jou?’ En: Als God je god is, dan ben jij zijn kind, dan is er een relatie. Hoe zag je die relatie vandaag in jouw leven?
Geef elkaar minstens 5 tips om de relatie met God levend te houden.
Lied
Luister naar het lied ‘Ik ben’ van Sela of zing het mee. Waarom past dit lied bij de les?
Bij de les en de bijbelstudie
Voor een verbond van God geldt dat 1. God begint; 2. God het mogelijk maakt; 3. God zorgt dat het blijft bestaan. Kun je die drie dingen aanwijzen bij Abraham? En bij de luisteraars bij Petrus?
Lesplaat
Wat wil de tekenaar met deze plaat zeggen?
Bij de tekst ‘dichtbij’
Lees het verhaal van Jentine en Robert. Hun leraar is christelijk en legt wat uit over de regenboog. Is de regenboog ook een teken? Van welk verbond? Gebruik bij deze vraag Gen. 9: 9 – 16.
Creatief
Een trouwring is het teken van het verbond tussen man en vrouw. In die ring staan vaak de namen van het stel en de trouwdatum. Teken een mooie ring of knutsel er een, een ring die symbool staat voor het verbond van God met mensen. Wat ga je erin zetten?
In de stilte
Lees Ps. 25: 12 – 14. Welke beloften van God lees je en wat wil Hij graag? Helpt Hij daarbij? Bedenk hoe dat in jouw leven zit. Zie je Gods belofte en aanwijzingen? Dank Hem dat Hij je God wil zijn.
Onderzoek
In Gen. 17: 7 staat: ‘Ik doe je een belofte die ook geldt voor je nakomelingen, en voor alle generaties na jou, voor altijd. Ik zal jouw God zijn en de God van je nakomelingen.’ Zijn er meer godsdiensten waarbij de god naar de mensen toekomt om een relatie aan te gaan?
Bespreek wat het verschil is tussen ‘iets weten van God’ of ‘een relatie hebben met God’. Welke conclusie verbind je daaraan?
Gebed
Luister naar het lied ‘Machtig God, sterke rots’ of zing mee. Realiseer je dat die machtige God met jouw een relatie wil hebben. Schrijf daarna ieder op wat je daarover tegen God wilt zeggen. Doe een kringgebed om God te danken/eren/vragen en lees daarbij om beurten voor wat je opschreef.
Algemene opmerkingen bij Tekstboek 3 vind je bij het tabblad algemeen.
Startopmerking
Kijk bij de start van blok 9 naar de opbouw: Les 9.1: de afspraak van God met mensen (= het verbond), les 9.2: het teken van het verbond nu, de doop. In les 9.3 gaat het specifiek over de kinderdoop. In 9.4 gaat het over het woord van God aan mensen. Les 9.5-10.5 gaat over ons spreken tot God, nl. het gebed.
Over het lesonderwerp:
Het verbond – de vaste afspraak die God met mensen maakt – is basis van het geloof. Je houdt daarom een wat langere bijbelstudie om te ontdekken dat God initiatiefnemer is, dat hij veel belooft en ook wat van de andere partij vraagt en dat bij zo’n verbond een teken hoort. Over dat teken gaan de volgende twee lessen, nu focus op de relatie. Opmerking: de beide bijbelgedeelten van deze les staan ook in het doopformulier (ondw van de volgende les).
Lesdoel
- weten wat een verbond is
- kunnen uitleggen dat je Gods liefde ziet in het verbond: Hij gaat een relatie met je aan
- met de bijbelstudie kunnen vertellen over de belofte van God aan Abraham en aan de mensen op Pinksteren
- kunnen aangeven voor wie het verbond geldt
- weten wat het teken van het verbond is
- kunnen aangeven hoe de relatie met God er uit ziet, ook op ‘gewone’ dagen
De bespreking
Laat de jongeren ontdekken dat ‘het verbond’ misschien wel een kerktaalwoord is, maar aangeeft dat er een warme relatie is, die van God uitgaat. ‘Het huwelijk’ is ook niet een alledaags woord, maar iedereen kan begrijpen dat het om een goede band gaat. Maak de relatie met God concreet, zijn liefde voor mensen is zo groot!
Belijdenis
Lees over het onderwerp in zondag 27 van de catechismus.