Ga naar de inhoud

Les 6.1 Jezus staat op uit de dood

Je kon er al over lezen in de bijbel
– het was niet onverwacht, God zei het al –

Veel mensen hebben het zelf gezien
– zij getuigen ervan –

Waarom zou je dan nog twijfelen?
– Jezus leeft!

BIJBELSTUDIE 1 Korintiërs 15: 3-8 en 12.

  • Doe eerst een controle met je groep. Klopt het dat in alle vier evangeliën verteld wordt over de opstanding? Verdeel Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes onderling en vertel elkaar in welke hoofdstukken verteld wordt over de opstanding en wat er staat. Lees daarna wat Paulus erover verteld in 1 Korintiërs 15.

3Luister! Het goede nieuws dat ik jullie vroeger verteld heb, heb ik niet zelf bedacht. Ik heb het van anderen gehoord. En in de ​heilige​ boeken is er ook al over geschreven. Dit is het goede nieuws: ​Jezus​ ​Christus​ is voor ons gestorven, en daardoor worden onze ​zonden​ ​vergeven. 4Na zijn dood is hij ​begraven, maar drie dagen later is hij ​opgestaan​ uit de dood. Ook dat staat al in de ​heilige​ boeken.
5Nadat ​Jezus​ ​Christus​ uit de dood was ​opgestaan, heeft ​Petrus​ hem gezien. Daarna hebben de twaalf ​leerlingen​ hem allemaal gezien. 6Later hebben meer dan vijfhonderd christenen tegelijk hem gezien. Een paar van hen zijn intussen gestorven, maar de meesten leven nog. 7Weer later heeft ook ​Jakobus​ hem gezien, en daarna ook alle andere ​apostelen.
8Ook ik heb ​Jezus​ ​Christus​ gezien nadat hij ​opgestaan​ was uit de dood.
12Jezus​ ​Christus​ is ​opgestaan​ uit de dood. Dat is het goede nieuws.

  • Op welke twee manieren heeft Paulus van het goede nieuws gehoord?
  • Wat is het goede nieuws?
  • Waarom is het zulk goed nieuws?
  • Welke feiten worden genoemd over het leven van Jezus?
  • Leg uit dat het niet onverwacht was dat dit gebeurde.
  • Wie hebben allemaal gezien dat het echt gebeurd is?
  • Wanneer heeft Paulus Jezus gezien? Lees het na in Hand. 7: 3-5 en Hand. 22: 4-8.
  • Jezus laat zien dat hij leeft. Stopt dat na de hemelvaart? Leg je antwoord uit.

Dag 1: Johannes 11: 17 – 27 BGT

Jezus’ opstanding, jouw opstanding! Vers 25 is een raadselspreuk. Kun je hem uitleggen?

Dag 2: Lucas 24: 1 – 8  BGT

Het verhaal van Pasen. De geurige olie is niet meer nodig. In welk vers wordt dat verteld?

Dag 3: Lucas 24: 9 – 12 BGT

Waarom is het zo belangrijk dat we de namen horen van iedereen die bij het graf geweest is?

Dag 4: 1 Korintiërs 15: 1 – 11 BGT

Schrijf de verschijningen van Jezus na zijn opstanding op. (Kefas = Petrus).

Dag 5: 1 Korintiërs 15: 12 – 20  BGT

Waarom is het levensbelangrijk te geloven dat Jezus opstond uit de dood?

Bij de lesplaat

Benoem wat je ziet op de plaat. Wat hebben het kerkhof, het graf daarachter en het licht met elkaar te maken? Links staat een boom. Wat denk je, zou het de levensboom of de boom der kennis van goed en kwaad zijn? Lees Genesis 2: 9 over die bomen. Wat hebben ze te maken met deze les?

Onderzoek

Hoeveel mensen hebben Jezus ontmoet na zijn opstanding? Zoek dat uit met je groep. Maak vier groepjes. Elk groepje gaat in een evangelie de laatste hoofdstukken doornemen en schrijft op wie Jezus gezien hebben. Zet er kort bij wat voor ontmoeting dat was.
Maak dan samen een lange lijst van de namen. Hoeveel getuigen zijn er minstens? Lees vervolgens de tekst ‘verdieping’ uit je lesboek pagina 32 en beantwoord de vraag aan het eind.

Ervaring

Doe een rondje en vertel elkaar welke overlijdens je meemaakte en hoe het was. Ben je wel eens op een begrafenis geweest? Deel ervaringen. Lees daarna 1 Kor. 15: 35-43 over de opstanding van gestorven mensen.

Bij de bijbel

Toen Jezus leefde waren er Joden die niet geloofden dat dode mensen weer levend kunnen worden. Lees het in het verhaal over de zeven broers in Lucas 20: 27-33. Vind je het een slimme vraag? Leg uit. Wat denk je dat Jezus zal antwoorden? Controleer je antwoord met Lucas 20: 34-38. Wat leer jij van dit antwoord?

In de gemeente

Zijn er in jullie gemeente onlangs mensen overleden? Stuur dan samen een condoleancekaart. Bedenk wat je erop gaat schrijven om de familie te troosten. Weet je een mooie bijbeltekst om erbij te zetten? Hoe kun je in eigen woorden troosten en meeleven?

Jij, de opstanding en getuigen

Maak en bespreek het werkblad ‘Paulus, Tomas en jij’. Je kijkt eerst naar twee voorbeelden in geloof, hoe zij het nieuws van Jezus opstanding hoorden en doorgaven en daarna bespreek je hoe jij dat kunt doen.

Stellingen

  • Zonder de opstanding van Jezus was ik ongelukkig.
  • Het is logisch dat mensen niet geloven dat Jezus leeft.
  • Een kerkhof is een mooie plek om heen te gaan.
  • Pasen is een mooier feest dan Kerst.
  • In de kerk moet de opstanding van Jezus meer gevierd worden.
  • Als je gelooft in de opstanding, moet je het doorvertellen.

Muziek

Houd je van klassieke muziek of wil je het wel eens luisteren? C.P.E. Bach heeft de opstanding van Jezus verwerkt in een muziekstuk. Je hoort eerst droevige muziek en dan heel indrukwekkend de aardbeving bij de opening van het graf. Luister het begin van ‘Die Auferstehung ung Himmelfahrt Jesu’.

Creatief

Maak een affiche over de opstanding. Laat zien dat het om een reële gebeurtenis gaat die voor mensen nu betekenis heeft.

Over het lesonderwerp

Waar ligt voor jouw groep het bespreekpunt? Weten ze genoeg van de opstanding (bijbelkennis)? Weten ze wat het voor henzelf betekent? Hoe zijn hun ervaringen met het overlijden van mensen in eigen omgeving? Ontdekken hoe de opstanding het eind van de vernedering van Jezus is, maar ook: welke waarde het voor de gelovigen heeft.

Bij de bijbelstudie

Je leest over de opstanding via Paulus. Zoek ook de teksten uit Handelingen erbij. Ontdek met de jongeren dat elk evangelie vertelt over de opstanding, maar dat het daar dus niet stopt. De levende Jezus blijft zich daarna ook bekend maken.

Lesdoel

  • Kunnen vertellen over de opstanding van Jezus
  • Kunnen uitleggen waarom de dood geen kracht meer heeft
  • Aangeven wat voor jou de betekenis is van Jezus’ opstanding
  • Weten hoe je elkaar kunt troosten bij een sterven

De bespreking

Geef ruimte om eigen ervaringen met sterven te bespreken. Ontdek samen dat de opstanding een historisch feit is, het is echt gebeurd. Hoeveel getuigen zijn er wel niet? En ook: je bent zelf getuige, je hebt het immers uit betrouwbare bron. Hoe vertel jij door?

Bijbel

Over de opstanding lees je onder andere in Mat. 28:1-15, Mar. 16:1-20, Luc. 23:56-24:53, Joh. 20:1-29, Rom. 1:4, 1 Kor. 15:1-34; Fil. 2:9‑11

Belijdenis

Lees zondag 17 van de catechismus over de opstanding van Jezus.