Ga naar de inhoud

Les 4.5 We komen er niet uit

Zonder kruis geen leven voor mij

Dankuwel heer Jezus,
dat U voor mij sterven wilde

Dankuwel Here God,
dat U zoveel van mij houdt

BIJBELSTUDIE Johannes 3: 14-18 en Handelingen 2: 37-41

Johannes vertelt wat Jezus moet doen op de aarde. Hij vertelt eerst over de koperen slang in de woestijn.

14Mozes​ zette in de woestijn een ​koperen slang​ hoog op een paal. Net zo moet de ​Mensenzoon​ een hoge plaats krijgen, eerst aan het ​kruis​ en daarna in de hemel.15En daardoor krijgt iedereen die in hem gelooft, het eeuwige leven. 16Want Gods ​liefde​ voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven.
17God heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden. Niet om hen te veroordelen. 18Want wie in de Zoon gelooft, zal niet veroordeeld worden. Maar de mensen die niet in hem willen geloven, die zijn al veroordeeld. Zij zullen gestraft worden, omdat ze niet willen geloven in de enige ​Zoon van God.

  • Wat gebeurt met mensen die niet geloven? Waarom?
  • Waarmee wordt de kruisiging vergeleken? (zie ook bijbelstudie les 4.4)
  • Waarom stuurt God zijn Zoon naar de wereld?
  • Wat krijgen de mensen die geloven?
  • 3: 16 is superbekend. Kun je uitleggen waarom? Leer hem uit het hoofd!

Jezus heeft geleden, is gestorven, weer opgestaan en naar de hemel gegaan. Op de pinksterdag stuurt God de heilige Geest. Petrus houdt dan een lange toespraak en de mensen reageren:

37Toen de mensen de woorden van ​Petrus​ hoorden, werden ze ongerust. Ze vroegen aan hem en aan de andere ​apostelen: ‘Vrienden, wat moeten we doen?’
38-39Petrus zei: ‘Jullie moeten allemaal je leven veranderen, en je laten dopen in de naam van Jezus Christus. Dan zal de Heer, onze God, jullie zonden vergeven. En hij zal de heilige Geest aan jullie geven. Want dat heeft hij beloofd aan jullie en aan jullie nakomelingen. En ook aan alle andere mensen, overal op aarde. Alle mensen die God uitkiest, zullen worden gered.’
40Petrus​ zei nog veel meer over ​Jezus. En hij waarschuwde iedereen met deze woorden: ‘Zorg dat je gered wordt! Doe niet mee met de mensen die zich verzetten tegen God.’
41Veel mensen geloofden ​Petrus​ en lieten zich ​dopen.

  • Welke advies geeft Petrus de mensen?
  • Wat gebeurt er als de mensen geloven en zich laten dopen?
  • Welke belofte geeft God?
  • Voor wie geldt die belofte?
  • Welke waarschuwing geeft Petrus?
  • Geldt die waarschuwing ook vandaag?
  • Hoe zou jij mensen kunnen waarschuwen?

1:  Job 4: 12-21  BGT

Echt… we komen er niet uit!
Maak een tekening bij dit Bijbelgedeelte.

2:  Psalm 40: 1-9  BGT

Hartelijke offers gevraagd.
Wat is beter om iets mee goed te maken: een bos bloemen of gemeend sorry zeggen?
Hoe past dat bij dit Bijbelgedeelte?

3:  Leviticus 16: 1-10  BGT

Zonder bloed geen verzoening.
Zonden gaan met de bok mee naar de woestijn. Lees hierbij Psalm 103: 12. Past dit bij elkaar?

4:  Hebreeën 10: 5-7  BGT

Het Lam van God.
Luister via youtube naar opwekking 593 of 615.

5:  Openbaring 5: 6-10  BGT

Zoek je Redder!
Maak zelf een lied of gedicht over vers 9 en 10.

Puzzel

Maak de tangram met het werkblad en lees daarbij Kol. 2: 14. Je ontdekt hoe je zonden verdwijnen. De oplossing van de tangram vind je hier.

Bij de belijdenis

De lesstof is vrijwel identiek met zondag 5 en 6 van de catechismus. Lees eerst de vragen hieronder en bedenk daar zelf de antwoorden op. Vergelijk het daarna met de antwoorden van de catechismus. De cijfers tussen haakjes geven de vr/anw van de catechismus aan.

  1. Hoe kunnen we vrij worden van de straf op de zonde? Hoe wordt het weer goed met God? (12)
  2. Kunnen we het zelf weer goed maken met God? (13)
  3. Kan iemand of iets het voor ons regelen en onze straf ondergaan? (14)
  4. Wat voor helper hebben we nodig? (15)
  5. Waarom moet de helper een echt en goed mens zijn? (16)
  6. Waarom moet die helper ook God zijn? (17)
  7. Wie is de helper die ons redden kan? (18)
  8. Hoe kunnen we dat weten? (19)

Stellingen

  • Gelukkig straft God de zonde
  • Ik ben niet sterk genoeg om zelf de straf van God te dragen
  • Het is geen leuke boodschap om te vertellen over de straf
  • Als je niet weet van de straf, zoek je Jezus niet
  • Gelukkig is Jezus een echt mens. (want…)
  • Gelukkig is Jezus echt God. (want…)
  • Als je je niet hulpeloos en hopeloos voelt, heb je Jezus niet nodig
  • Ik regel de dingen van mijn leven liever zelf
  • Zonder de kinderen van Eva geen toekomst
  • Ieder mens moet een dankbaar mens zijn

Bij de lesplaat

Bespreek wat je ziet en wat het betekent bij deze les. Waarom koos de tekenaar voor het beeld van een concentratiekamp. Zit jij daar dan in?

Bij de dichtbij-tekst

Lees het verhaal over Alex. Waarom zou het bij deze les staan? Zoek de tekst die eronder staat op, Lucas 15: 18-20 en lees wat daar staat.

Doorvertellen

Stel je voor dat je aan iemand moet vertellen waar het over gaat op je jeugdgroep. Hij of zij wil weten wat je vanavond hebt besproken en waar de les overging. Wat zou jij doorvertellen?

Creatief

Knip een kruis uit en plak het op een wit papier. Verf, kleur of stift vanaf het kruis op het witte papier in allerlei kleuren. Haal daarna het losse kruis voorzichtig van het papier. Hang je werkstuk op in je kamer. Wat denk je als je ernaar kijkt?

Lied

Luister naar het lied ‘O kostbaar kruis’. Welke regel vind je het mooist? Welk lied ken jij dat gaat over de kruisdood van Jezus? Zoek het op op youtube en luister er samen naar.

Afsluiten

Dit is de laatste les uit het boek. Lees de leskernen van de vier blokken achter elkaar. Wat heb je geleerd dit jaar? Kijk samen terug op de avonden en dank God voor alles wat Hij jullie gaf. Bedenk hoe je de komende tijd kunt volhouden met bijbellezen en bidden en hoe je onderling contact wilt houden. Bid voor elkaar.

Over de les

Dit is de laatste les, het hoeft niet je laatste les met de groep te zijn. Kijk nog een keer terug op alles, of behandel een vrij onderwerp. Neem ook de tijd om te evalueren hoe het ging in de groep, wat je aan elkaar had of beter, wie je voor elkaar mag zijn. Dank voor al het goede.
Maak ook afspraken voor de zomerperiode. Het is niet nodig elkaar ineens niet meer te zien of te spreken. Gaan jullie een plannetje maken? En: Hoe blijf je bijbellezen en bidden? Geef elkaar zomertips. Volgend seizoen ga je eerst vooral bezig met het leven van Jezus en alles wat Hij voor je deed.

Over het lesonderwerp

De les gaat over recht en gerechtigheid en eerlijkheid. God ziet niet maar iets door de vingers of laat het niet zoals het is. Hij gaat gelukkig voor het volmaakte, want Hijzelf is volmaakt. Hij heeft daar alles voor over, zelfs zijn eigen lieve Zoon. De les laat niet alleen zien dat we zelf zondig zijn, maar vooral dat Gods liefde groot is.

Bij de bijbelstudie

Wijs op de bijbelstudie van de vorige les. Laat jongeren reageren op Joh. 3: 16. Kennen ze de tekst?

Lesdoel

– Weten waarom het onmogelijk is dat mensen ooit zelf hun straf kunnen dragen en volmaakt gehoorzaam kunnen zijn
– Kunnen uitleggen dat God wil dat de zonde en schuld verdwijnen en dat de straf dus gedragen moet worden
– Kunnen vertellen waarom Jezus de enige is die redden kan
– Met Joh. 3:14-18 kunnen vertellen hoeveel God van mensen houdt
– Kunnen vertellen waarom Jezus voor jou zo belangrijk is 

De bespreking

Met de tangram opdracht bespreek je op een heel andere manier dat via het kruis onze zonden verdwijnen. De opdracht bij de belijdenis laat je het lesonderwerp bespreken en laat de jongeren tegelijk ervaren dat de catechismus wel wat ouderwets is in taalgebruik, maar ook precies gaat over wat je nog steeds moet weten.

Bijbel

Teksten bij deze les: Ps. 130, Mat. 18:21-35, Rom. 8:1-4, Gal. 2:15-21

Belijdenis

Gebruik bij de les zondag 5 van de catechismus en artikel 4 en 5 van Dordtse Leerregels hoofdstuk III/IV