Ga naar de inhoud

Les 3.1 Het loopt God niet uit de hand

Omdat U almachtig bent,
loopt het U nooit uit de hand.

Waarom ben ik daar dan toch nog bang voor?

BIJBELSTUDIE Psalm 145: 10-21

Je leest het tweede deel van een danklied van David. Hij zegt tegen God:
10Laat iedereen op aarde u eren.
Laten al uw dienaren u danken.
11Laat iedereen u een grote ​koning​ noemen,
en uw machtige daden bekendmaken.
12Laat iedereen vertellen over uw wonderen,
over uw daden, machtige ​koning.
13U bent ​koning​ voor altijd,
uw koninkrijk blijft altijd bestaan.
14U steunt mensen in nood,
u geeft ze nieuwe kracht.
15Alle mensen verlangen naar u,
u geeft hun het voedsel dat ze nodig hebben.
16U geeft hun zelf te eten,
allemaal krijgen ze meer dan genoeg.
17De Heer is altijd ​rechtvaardig,
alles wat hij doet, is goed.
18De Heer is dichtbij voor mensen die hem roepen,
dichtbij voor mensen die op hem vertrouwen.
19Aan mensen die hem eren,
geeft de Heer wat ze nodig hebben.
Hij hoort hun ​gebed​ en hij helpt hen.
20Hij beschermt mensen die hem ​liefhebben,
maar slechte mensen vernietigt hij.
21Ik zal altijd zingen voor de ​heilige​ Heer.
Alles wat leeft, moet de Heer danken,
nu en altijd!

  • Welke wensen spreekt David uit in vers 10-12?
  • Wat constateert David in vers 13-14?
  • Welk verlangen lees je in vers 15-16 en waarom is die wens er?
  • Welke conclusie lees je in vers 17?
  • Hoe is God voor de mensen? Lees het in vers 18, 19.
  • Hoe maakt God verschil tussen mensen? Zie vers 20.
  • Welk voornemen lees je in vers 21?
  • Waarom moet iedereen die leeft God danken? Gebruik in je antwoord zin(sdelen) van deze psalm.
  • Welk zou jij willen zeggen tegen God, nadat je de psalm hebt gelezen?
  • Nieuwsgierig naar de eerste helft van de psalm? Lees hem samen. Welke nieuwe dingen lees je er?

1:  Psalm 2  BGT

Spotters komen bedrogen uit!
Noem twee voorbeelden van machthebbers die zich tegen God verzetten.

2:  Psalm 29  BGT

Een koning die zijn donder laat rollen!
Hoe ervaar jij Gods macht tijdens een onweersbui?

3:  Psalm 93  BGT

God is de allersterkste koning!
Zoek bij deze psalm een passend opwekkingslied

4:  Psalm 145: 1-3  BGT

God erkennen als Koning is God
prijzen! Noem in je gebed tenminste
drie dingen waar jij vandaag God
voor wilt danken.

5:  Psalm 145: 14-21  BGT

Een koning die helpt!
Alles verwachten van deze koning,
waarom is dat niet altijd gemakkelijk?

Bij de les

De les start met ‘God is koning voor altijd’. Bij een ‘gewone’ koning horen allemaal trefwoorden (zie hierna). Schrijf die woorden op een papier en bedenk op whiteboard/in tweetallen/in groepsgesprek met beurten bij die woorden hoe dat zit bij God.
Dienaren – kroning – paleis – opvolging – beveiliging – macht – ontvangsten – staatsbezoeken – diners – rechtspreken – wetten uitvaardigen – zorgen voor eenheid in het volk – bezoek van rampgebied – respect tonen – niet zomaar erheen gaan – collega-vorstenhuizen.

Bij de bijbel/de les

Onderaan de les staan zes teksten, die ook in de les genoemd worden. Zoek ze op in je bijbel en in de les (tweetallen) en schrijf op wat die tekst zegt over God en/of over de duivel. Zet erachter waarom die tekst belangrijk is om te lezen. Bespreek wat je gevonden hebt.

Goed en kwaad

Hoe zit het nu precies met goed en kwaad? Zoek dat uit met het invulblad ‘Goed en kwaad‘. Je ontdekt wat die twee nu wel/niet met elkaar te maken hebben, hoe het was in het paradijs en hoe het straks zal zijn. Ook denk je na over goed en kwaad in je eigen leven.

Bij de tekst – verdieping

Lees de tekst op pagina 54. Bedenk eerst samen drie andere verhalen uit de bijbel waarin je Gods aanwezigheid duidelijk ziet. Zorg voor een krant om de vraag onderaan te doen: in welk nieuwsbericht zie jij God aan het werk? En: hoe is God aan het werk in jouw leven?

Creatief – God is koning

Wil je weten wat voor soort koning God is? Vertel elkaar eerst wat je zelf al weet. Lees daarna Psalm 146: 7-9. Vul je eigen antwoorden aan. Maak een poster waarop je plaatjes en woorden zet die passen bij deze koning. Zet op de poster ook drie tips hoe je deze koning kunt eren. Hang hem in de hal van de kerk.

In praktijk

Bedenk samen manieren om God, de koning van hemel en aarde te eren (minstens 1 per persoon). Kies er eentje uit om de komende week in praktijk te brengen en vertel elkaar er volgende week over.

Bij de tekst – dichtbij en bij de bijbel

Lees op pagina 55 het verhaal over de ontvangst van de koning. Lees daarbij eerst de tweede helft van Psalm 24 (vanaf vers 7). Waarom past die psalm bij het verhaal? Lees daarna de eerste helft van de psalm. Bedenk bij elke twee verzen een samenvatting in één zin. Lees dat achterelkaar en beantwoord dan deze vraag: Wil jij door de poort naar de koning? Hoe kun je dat doen? En: Hoe kun je anderen de weg naar de poort wijzen?

Lied

Luister het lied ‘Here der heren’. Welke regel spreekt je het meest aan en waarom?

Stellingen

  • Ik ben niet bang voor de duivel.
  • Ik ben niet bang voor God.
  • Je bent alleen veilig als je bang blijft voor de duivel.
  • De duivel is een tandeloze leeuw.
  • God is pas echt koning als Jezus terug is gekomen.
  • Ook mensen die niet geloven hebben God als koning.
  • De duivel is de vriend van alle mensen die zondigen.
  • Een gewone koning is pas een goede koning als hij God erkent als hoogste koning.
  • Je leven wordt pas mooi als je God als koning eert.

Over het lesonderwerp

Belangrijk om helder te hebben waar de focus ligt in de komende lessen. 3.1: De macht van God en dat je niet bang hoeft zijn / wel vertrouwen. 3.2: Gods plan / voorzienigheid en wat je er wel/niet van weet. 3.3: Wat hebben God en lijden met elkaar te maken en hoe ga jij om met lijden? 3.4: Het grote gevecht van God tegen alle kwaad en welke plek jij daarin hebt. 3.5: God maakt alles nieuw en wat dat voor jou betekent.
Je gaat verdieping krijgen als je in een les niet ‘alles’ al doet. Door te beperken en bij het onderwerp te blijven, krijg je diepgang en maai je niet het gras voor de voeten van volgende lessen weg.

Bij de bijbelstudie

Je leest het tweede deel van Psalm 145 en gaat de verzen bij langs met hulp van de vragen. Het is de bedoeling dat je samen via de bijbelstudie een indruk krijgt van Gods koningschap. Benoem dat.

Lesdoel

– Kunnen uitleggen wat het betekent dat God almachtig is.
– Iets kunnen vertellen over de macht van de duivel.
– In de schepping, maatschappij en eigen leven voorbeelden kunnen aanwijzen van Gods regeren.
– Aan de hand van Ps. 145 kunnen vertellen over God als Koning.
– Vertellen hoe je zelf de Here God als Koning eert.

De bespreking

Een nieuw blok, introduceer het blokonderwerp en geef aan hoe de lesstof verdeeld is. Breng goede voornemens in praktijk of herinner eraan.
Praat niet alleen over Gods macht, maar maak het ook concreet in de maatschappij en je eigen leven. Als God almachtig is, waarom ben je dan nog bang dat het fout gaat? Of: Als je zeker weet dat God eerlijk is, waarom denk je dan dat het onrecht nooit stopt?
God eren, dat kun je als groep doen door een lied te zingen/te luisteren en in je gebed. Doe dat en benoem dat je nu samen God eert.

Bijbel

Gebruik bij deze les Job 1:12, Job 2:6, Ps. 33, Ps. 145, 1 Petr. 5:8

Belijdenis

Bij dit onderwerp kun je zondag 48 en zondag 52 gebruiken.